Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1857
(1857)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 397]
| |
Mengelwerk.Walker en de Amerikaansche Flibustiërs.Ga naar voetnoot(*)De inval in Neder-Californië en Nicaragua door eene bende avonturiers en gelukzoekers, die in vollen vrede uit de Vereenigde Staten togen, biedt in onze dagen een schouwspel nog verbazender, nog verachtelijker, dan de schandelijke bedrijven der Boekaniers en Flibustiërs der zeventiende eeuw.Ga naar voetnoot(†) De | |
[pagina 398]
| |
algemeene aandacht is zeer levendig gevestigd, allereerst op deze miskenning van het volkenregt bij een volk, 't welk pocht op zijne liberale instellingen, en voorgeeft de Oude Wereld ver te overtreffen; - maar vervolgens ook op de ongunstige uitwerkselen, welke de expeditie der stoutmoedige roovers sedert twee jaren in Nicaragua gewrocht heeft, terwijl hun opperhoofd tot op den huidigen dag nog niet genoeg bekend is geworden door eenige in bijzonderheden gaande beschrijving der gebeurtenissen. Wij wenschen de nieuwsgierigheid onzer lezers te voldoen door een uittreksel te leveren eener levensbeschrijving van walker, onlangs te New-York uitgekomen, en daarmede den zoogenaamden ‘Bevrijder van Midden-Amerika’ zijne gloriekroon te ontrukken, waarmede zijne aanhangers hem verheerlijkt hebben. Het monroe-stelsel, namelijk de bestrijding van alle Europesche tusschenkomst in de zaken der Nieuwe Wereld, en de geest van verovering, die sommige partijen der Unie bezielt, springt uit elke bladzijde van dit werk te voorschijn. Eene enkele aanhaling is voldoende, om deze rigting te karakteriseren, de aanmatigingen der Yankee's aan te wijzen, en te doen letten op de stoffelijke en zedelijke hulp, welke de nieuwe Flibustiërs bij hunne landgenooten hebben verkregen. ‘Niemand, die geleefd heeft in Midden-Amerika of Mexico, zal betwisten, dat de ontzenuwde afstammelingen der eerste Spaansche kolonisten eindelijk moeten bezwijken en plaats maken voor de bedrijvigheid en het verstand der Angel-Saksers. Deze “duidelijke bestemming” is niet meer een punt van behandeling voor dagbladschrijvers en heethoofden; de stroom der Amerikaansche bevolking, opgehouden aan de stranden van den Stillen Oceaan, zoekt nieuwe uitwegen, en reeds wordt het gedruisch der voetstappen van het blaauw-oogig ras gehoord in de vlakten en valleijen van Midden-Amerika. De magt der pers, de publieke meening, de waakzaamheid van de regering, de ongerijmde schrikbeelden van de malaria en | |
[pagina 399]
| |
de doodelijke uitwasemingen, alles is even onmagtig ter voorkoming van den marsch onzes volks naar het Zuiden. Het decreet, het fiat is reeds uitgesproken, en even als met Florida, Texas en Californië, is het alleen de vraag: wanneer?’ Het vaste denkbeeld in de Vereenigde Staten is, naar men ziet, dat het geheele Amerikaansche vasteland op den duur moet behooren aan het volk der Unie, en elke poging om goedschiks of met geweld eene ster aan de nationale vlag toe te voegen, wordt beschouwd als eene loffelijke zaak, die aanmoediging verdient. Deze geest van Flibustery, welke zonder schaamte de wet van het belang en het regt der sterkte verkondigt, maakt zich niet alleen meester van het gemeen; hij behoort te huis in alle klassen van het maatschappelijk leven, en dit juist karakteriseert hem. Aldus heeft men onder den kleinen troep, dien de advocaat walker geworven heeft, regtsgeleerden, geneeskundigen en andere personen, wier opvoeding hen zou schijnen te moeten bewaren voor dergelijke uitsporigheden. William walker is de zoon van een Schotschen bankier, die omstreeks 1820 naar de Vereenigde Staten verhuisde, en zich te Nashville in Tennessee vestigde, waar onze held geboren werd in 1824. De jonge walker ontving eene goede opvoeding. Bij het verlaten der school, waar hij reeds de opmerkzaamheid zijner kameraden trok wegens zijn bewegelijk en avontuurlijk karakter, ging hij over op eene der hoogescholen van den Staat, en na zijne klassieke studiën geëindigd te hebben begon hij een cursus in de regtsgeleerdheid, dien hij evenwel in Tennessee afbrak, om hem kort daarna te New-Orleans voort te zetten. Van daar voerde hem zijne onrustigheid naar Philadelphia, waar hij gedurende eenige maanden in de medicijnen studeerde; daarna dreef hem eene zwerversluim naar Europa. Hier bleef hij verscheidene jaren, studeerde eenigen tijd te ParijsGa naar voetnoot(*), en reisde vervolgens, om zich bekend te maken met, en ingewijd te worden in de staatkunde der voornaamste mogendheden. Teruggekeerd in zijn geboorteland vestigde hij zich te New-Orleans, waar hij zich verbond met den uitgever van den | |
[pagina 400]
| |
Crescent, en welhaast een der hoofdredacteurs werd van dit journaal. Deze betrekking, vaak zoo gevaarlijk in de Vereenigde Staten, voldeed echter zijn onrustig en werkzaam karakter nog niet, en in 1850 vereenigde hij zich met een zwerm landverhuizers naar Californië, welk avontuurlijk leven met zijne neigingen meer zamenstemde. Te San-Francisco begaf hij zich weder tot het dagbladschrijven, om de menschen en de omstandigheden te bestuderen. Hij verbond zich aan den Herald, en zijn geweldige, gloeijende en verterende stijl bezorgde hem weldra de verlangde aandacht. Eenige bittere en beleedigende artikelen tegen een lid van het hof van justitie haalden hem een vonnis op den hals van gevangenzetting en eener boete van 500 dollars. De beweging, welke dit feit veroorzaakte bij eene zoo fiere bevolking, die zoo naijverig is op hare persoonlijke en drukpers-vrijheid, gaf weder aanleiding tot zamenscholingen rondom zijne gevangenis, waar men uitvoer tegen den magistraat en den gevangene opriep. Na zijne vrijstelling verscheen hij voor de Wetgevende Kamer van den Staat, om de afzetting van den regter te eischen; hij bepleitte zelf zijne zaak met een krachtig talent, maar bewerkte den val zijns vijands niet. Weinig tijds later begaf hij zich naar Marysville in het Noorden van den Staat Californië, waar hij zich weder als advocaat nederzette en veel geld won. Maar in den zomer van 1852, toen zijne behoefte aan verplaatsing en zijne zwerversneiging weêr de overhand verkregen, scheepte hij zich in naar Guyamas, eene kleine stad van Sonora, de Noordelijkste provincie van Mexico. Het was ten tijde der expeditie van den Franschen Graaf de raousset-boulbon ter verkrijging der mijnen van Arizona, en waarschijnlijk bragt het voorbeeld van dezen, met wien men hem zeer te onregt vergeleken heeft, walker op het denkbeeld om recruten te San-Francisco te werven, ten einde daarmede een der rijkste en minst bevolkte gewesten van het gewezen Spaansche Noord-Amerika te veroveren. De poging van lopez om zich van Cuba meester te maken, en de aanmoedigingen, welke deze ontvangen had van de pers en de openbare meening in de Vereenigde Staten, moesten walker verleiden en hem de middelen gemakkelijk doen vinden om zijn oogmerk te bereiken. | |
[pagina 401]
| |
Vol van deze gedachte, keerde hij in 't midden van 1853 naar Californië terug, en wierf eene bende gelukzoekers, om de verovering te ondernemen van het schiereiland Californië, dat de vredes-artikelen aan Mexico gelaten hadden. Hij onderhandelde met den Heer de raousset-boulbon, en bood hem zijne getrouwe medewerking en het bevel over zijnen troep aan, indien hij de verantwoording der onderneming wilde op zich nemen. De Graaf weigerde ridderlijk zijn deelgenootschap aan een plan van roof, door niets gewettigd, en aan menschen, die hij voor echte Flibustiërs aanzag. De organisatie dezer bende ging evenwel spoedig voort; maar nadat het wachtwoord reeds gegeven was, werd het schip, waarop walker en zijne togtgenooten moesten inschepen, in beslag genomen, en de expeditie verijdeld door de zorgen der regering, die de regten der onzijdigheid wilde eerbiedigen. Doch in spijt van dezen ondervonden tegenstand, gelukte het den stouten jongman, den 15den October San-Francisco te verlaten, en achttien dagen later landde hij met vijf-en-veertig man te La Paz in Oud- of Neder-Californië. Walker, kolonel geworden, zond een gedeelte van zijn volk om bezit te nemen van de stad en zich meester te maken van den gouverneur, wat in weinige oogenblikken geschiedde, zonder een schot te doen, ten aanschouwe eener zwakke, verblufte en ongewapende bevolking. De officier haalde de Mexicaansche vlag neder en proclameerde de onafhankelijkheid van Neder-Californië. Walker verscheen daarop met de rest van zijn volk, ontscheepte zijne ammunitie en levensmiddelen en vestigde zich. Nadat hij de stad behoorlijk in staat van verdediging had gesteld, verklaarde hij plegtiglijk zich zelven tot president der republiek Neder-Californië, benoemde een Secretaris van Staat, een van oorlog, een van marine, en nam vervolgens de noodigste maatregelen ter handhaving van de nieuwe orde van zaken met eene vaardigheid, die aan alle coups d'état eigen is. Deze eerste proeven van walker's dictatorschap zijn weinig bekend en verdienen bewaard te blijven.
‘Proclamatie.
3 November 1853. De republiek Neder-Californië wordt door dit tegen- | |
[pagina 402]
| |
woordig besluit verklaard te zijn vrij, souverein en onafhankelijk. Zij zegt voor altijd alle gehoorzaamheid op aan de republiek Mexico. Wm Walker, President van Neder-Californië. Frederick Emory, Secretaris van Staat.’
Tweede besluit. ‘Te beginnen van heden, den 7den November 1853, zullen de wetboeken van den Staat Louisiana worden ingevoerd bij alle geregtshoven der republiek.’ Derde besluit. ‘Alle regten van in- en uitvoer worden afgeschaft door dit tegenwoordig besluit.’
Na deze handelingen regtvaardigde hij zijnen aanslag in een
‘Adres van walker, den president van Neder-Californië, aan de burgers der Vereenigde Staten.
Ik geloof verpligt te zijn aan de burgers der Vereenigde Staten de redenen van mijne handelwijze bloot te leggen met betrekking tot het vrij, souverein en onafhankelijk verklaren der republiek van Neder-Californië. Het is noodig aan die natie, welke standvastig de onafhankelijkheid der Amerikaansche Staten verdedigd heeft, te verklaren, waarom eene nieuwe republiek zich heeft gevormd aan de onmiddellijke grenzen der groote Unie. Het Mexicaausch bewind heeft reeds langen tijd zeer gebrekkig zijne pligten vervuld jegens de provincie van Neder-Californië. Sedert het tractaat van Guadelupe Hidalgo dit grondgebied van alle regtstreeksche verbinding met het overige Mexico beroofd had, heeft het centraal bewind dier republiek nagenoeg geene belangstelling getoond in de zaken van het schiereiland. Bij gevolg zijn de maatschappelijke en zedelijke banden, die het aan Mexico hechtten, nog broozer en losser, dan die welke de aardrijkskundige ligging formeert. Om derhalve de hulporonnen van Neder-Californië te openen en te ontwikkelen, en om er eene afzonderlijke maatschappelijke organisatie daar te stellen, was het noodig het land onafhankelijke te maken. Door deze beweeggronden hebben ik en mijne wapenbroeders ons bij onze handelwijze laten besturen. Wij stellen ons | |
[pagina 403]
| |
vertrouwen op Hem, die waakt over de bestemming der volken en ze leidt op den weg van vooruitgang.
Wm. Walker, President van Neder-Californië.’
Het hoofd der nieuwe republiek besloot nu den zetel der regering naar San Lucas over te brengen, en voerde derwaarts met zich den ex-gouverneur en de archiven. Aangevallen door een detachement, dat een kleine Mexicaansche kotter aan wal gezet had, behaalde walker eene ligte overwinning en vervolgde zijn togt tot San Lucas. Zijne stoutheid nam toe met zijn voorspoed, en daar hij niet tevreden was met zijne armzalige verovering, een land, onvruchtbaar en in vele streken onbewoonbaar wegens gemis van water, besloot hij Mexico zelve in bezit te nemen door zich eerst meester te maken van de Noordelijke provinciën, die hij meende, dat de Fransche landverhuizers van den Graaf de raousset in bezit wilden nemen. Weggesleept door dezen belagehelijken waan, verspilde hij geen tijd, maar openbaarde terstond aan de wereld zijne heerschzuchtige plannen. Hij liet van het fort Mac-Kibbin op den 18den Januarij 1854 eene proclamatie uitgaan, behelzende: dat de Staat van Sonora, eertijds een deel van Mexico, met den Staat van Neder-Californië verbonden werd, dat de nieuwe gecombineerde republiek van Sonora en Neder-Californië, zich uitstrekkende aan beide zijden van de Vermilioen-Zee, den naam van Sonora zou dragen, en dat de staatsbesluiten der republiek Neder-Californië ook toepasselijk zouden zijn op den Staat Sonora, wiens grenzen bij hetzelfde besluit tot in de kleinste détails toe bepaald waren. De krijgsmagt van den dictator, vermeerderd door een honderdtal manschappen, welke de kolonel watkins hem van San-Francisco had toegevoerd te gelijk met een paar veldstukjes, maakte zich welhaast gereed om bezit te nemen van het nieuwe grondgebied. Walker verliet San-Vicente den 20sten Maart 1854 aan het hoofd van zijn operatie-leger, 't welk gevoed moest worden door eene medegevoerde groote kudde rundvee. Terwijl zij de bergen overtrokken om de golf te bereiken en om te gaan, verloren de Flibustiërs een twintigtal beesten; een weinig verder ontroofden hun de Cucupas-Indianen, de | |
[pagina 404]
| |
onbeschaamde stroopers der grens-territoriën, een dertigtal; eindelijk kwamen de overige wild geworden beesten om, terwijl men beproefde ze de Rio Colorado te doen oversteken. Welhaast deed de hongersnood zich bij den kleinen troep gevoelen, die schier niets had om van te leven dan rantsoenen rundvleesch. De oneenigheid voegde zich hier bij, en de avonturiers werden dagelijks meer gefolterd door nijpend gebrek en allerlei ellende. Toen zij bij het fort Yuma op het grondgebied der Vereenigde Staten gekomen waren, ontvingen zij van den kommandant de dringendste benoodigdheden. Maar walker bemerkte welhaast, dat ongeveer 50 zijner manschappen gedeserteerd waren, en de overigen, even moedeloos, de eerste gelegenheid de beste zouden aangrijpen om te ontsnappen. Verlaten door het grootste deel zijner volgers, wier vertrouwen hij niet had kunnen winnen, en wier moed hij niet had weten levendig te houden, zag walker, die weinig geschiktheid heeft om zulke menschen te leiden, zich genoodzaakt om terug te keeren, vóór hij had kunnen doordringen in den nieuwen Staat, dien hij met zoo fraaije woorden bevrijd had van het Mexicaansche juk. Hij trok de rivier weder over, onophoudelijk vervolgd door de Indianen; daarop liet hij zijne geheele verovering, Neder-Californië, zijn presidentschap en de aldaar achtergebleven soldaten in den steek, en rigtte zijn marsch op San Diego, waar hij, om een gevecht te ontwijken met de Mexicaansche grenstroepen, zich overgaf aan den Amerikaanschen kommandant. Deze liet hem met zijn volk, op hun woord van eer, dat zij zich te San-Francisco zouden aangeven als schuldig aan het overtreden der neutraliteits-wetten van de Vereenigde Staten, onverhinderd zich inschepen naar de hoofdstad van Californië. Hij kwam er aan den 15den Mei 1854, gevolgd door slechts vijf-en-twintig man, zijnde de overigen gedood, omgekomen of gedeserteerd, wat ongeveer op hetzelfde neêrkomt, wanneer men de onvruchtbaarheid van den grond en de wreedheid der Indianen aldaar in aanmerking neemt. Weinige dagen later vertrok de Heer de raousset, na te Arizona jammerlijk beroofd te zijn, moedig wegens zijn goed regt, van daar om gewapenderhand de uitvoering van het gesloten contract te eischen en zijne lotgenooten te Sonora te vestigen. Maar hoewel dapperder | |
[pagina 405]
| |
en edeler dan walker, bekroonde het geluk zijne pogingen niet. Na een bloedig gevecht wilde hij zich niet weêr inschepen en liet zijn hoofd op het veld om zijne eer te behouden. Het verhaal der mislukte Amerikaansche expeditie wekte te San-Francisco groote geestdrift, waar de openbare meening veel te gunstig was voor zulke ondernemingen, om hare rampen op rekening harer schuld te stellen. Het menschelijk leven wordt in de Unie van het eene eind tot het andere slechts beschouwd als de inzet van een hazardspel. De held dier waaghalzerij, voor het hoog geregtshof gebragt wegens het schenden der internationale wetten, door gewapenderhand het Mexicaansche grondgebied te hebben aangevallen, vond, zoo als men verwachten kon, geene andere regters, dan zulken, die genegen te over waren om dergelijke misdrijven te verschoonen. Walker's proces droeg veel er toe bij om zijne denkbeelden bij de bevolking ingang te doen vinden, en hem te maken tot een gewigtig en vermaard persoon. Maar de roem verschaft in de Vereenigde Staten, minder dan overal elders, de middelen van bestaan. Walker, ontbloot van alle inkomsten, en uitziende naar betere kansen, zag zich op nieuw genoodzaakt om te leven van zijne pen, en werkte ijverig aan den Commercial Advertiser en het State Journal tot aan het einde van 1854. Toen bragten hem zijn avontuurlijk karakter, zijne rusteloosheid, zijne grenzelooze eerzucht en de magt der omstandigheden tot het ondernemen der expeditie naar Nicaragua. Vóór wij echter overgaan tot dit nieuwe keerpunt in 't leven van onzen held, is het noodig een blik te werpen op den staatkundigen toestand van dat ongelukkig land tijdens den inval, en op de gebeurtenissen, welke deze revolutie bewerkten, in een woord, op de menschen en de belangen van de kleine Midden-Amerikaansche republieken. In 1821 verklaarden de provinciën, die de kapitanerie-generaal van Guatemala uitmaakten, tegen Spanje opstaande, zich onafhankelijk. Zij begaven zich in 't eerst onder den keizerlijk Mexicaanschen schepter van iturbide, maar na diens aftreding vereenigden zij zich tot eene féderatieve republiek of republiekeinschen bondstaat, onder den naam: ‘Vereenigde Provinciën van Midden-Amerika.’ Deze vereeniging duurde | |
[pagina 406]
| |
echter kort. Innerlijke twisten en worstelingen tusschen de imperialisten (keizerlijken) of servilen en de liberalen of féderalisten leidden welhaast tot de ontbinding der Unie. Den 20sten Julij 1838 kwam het congres van den bondsstaat voor de laatste maal bijeen, en elke Staat, verdeeld en geschokt door de armzalige woelingen van ellendige caudillos, nam zijn stelsel aan van afzonderlijk bestuur. Het zou ons hier te ver afleiden, indien wij alle de verdeeldheden wilden volgen, die deze gesplitste republieken tot den kwijnenden toestand gevoerd hebben, waarin zij thans haar droevig aanzijn voortslepen. De laatste kans des behouds verdween met den generaal morazan, die het féderatief gouvernement zocht te herstellen; maar deze, tegengewerkt door den invloed van buitenlandsche agenten, en geslagen door carrera aan het hoofd der Llanos en Indianen, werd uit het land verbannen en weinig tijds daarna laaghartig vermoord in Costa Rica. Latere proeven, door de liberalen genomen om den bondsstaat te herstellen, waren niet gelukkiger, en het pijnlijk schouwspel, 't welk de Staten van Nicaragua en Guatemala in de laatste jaren hebben opgeleverd als een onophoudelijk worstelperk der Indianen en Mestizen tegen de nazaten der Spanjaarden, doet schier wanhopen aan de toekomst dezer prachtige oorden. Op het oogenblik, toen walker in 1854 zijn aanslag ondernam, werd een deel van Nicaragua geregeerd door een directeur, Don francisco castillon, een mensch, die eene uitmuntende en in Europa voleindigde opvoeding genoten had, het hoofd der demokratische of liberale partij, die den president Don fruto chamarro, het hoofd der servilen of legitimisten, had afgezet. Chamarro, een man van energie en moed, had zich te Grenada versterkt, en trotseerde daar sedert negen maanden de krachten van zijn mededinger. Intusschen had een Amerikaansch agent aan castillon een plan voorgesteld om zijne partij te versterken, namelijk door het aanwerven van Amerikaansche vrijwilligers onder bevel van walker. Castillon besloot eindelijk daartoe om zich van de legitimisten te ontslaan, en een einde te maken aan dezen oorlog, die zonder eenige beslissing van beide zijden met eene kannibaalsche razernij werd voortgezet. Hij verbond zich tot loon dezer dienst, aan de Yankees 52,000 acres land en andere voorregten af te staan. | |
[pagina 407]
| |
De vrienden van walker hebben menigmaal verzekerd, dat het alleen op aanstaan der uitstekendste vaderlanders, de hoofden der demokratische partij, gebeurd is, dat de Amerikanen zich gemengd hebben in de zaken van Niearagua, en naar hun zeggen mag men lieden, die als bevrijders optreden, geene Flibustiërs noemen. Dit kan waar zijn, maar het wordt vaak betwijfeld en betwist. Overigens begrijpt men wel, waarom de ondernemingsgeest der Amerikanen vooral het oog slaat op Nicaragua. Sedert de ontdekking van het goud in Californië heeft de noodzakelijkheid eener versnelde gemeenschap tusschen de Atlantische en Stille Oceanen zich krachtig doen gevoelen. Eene Amerikaansche maatschappij had reeds een geregelden overtogt georganiseerd van den eenen Oceaan tot den ander, langs de rivier San Juan en de meren Nicaragua en Managua, en gedurende de laatste jaren waren maandelijks gemiddeld wel twee-duizend Amerikanen den Staat van Nicaragua gepasseerd. Zij hadden ruime gelegenheid om deze schoone landstreek te bewonderen, de zorgeloosheid en zwakheid der bewoners te verachten, en uit te rekenen, welke voordeelen het bezit van zulk een land aan de Staten der Unie zou opleveren. En terwijl de kabinetten van Washington en Londen nog ophelderingen vroegen en nota's wisselden over den waren zin van het veel besprokene clayton-bulwer-tractaat, vond een troep Amerikaansche gelukzoekers, gesteund door de meerderheid van het volk der Vereenigde Staten, en schier even wettig de natie vertegenwoordigende, als de President pierce en zijn Kabinet, er geene zwarigheid in om den invloed van Engeland tegen te werken door bezit te nemen van Nicaragua, een der Staten, wier vrijheid door de clausulen van het tractaat gewaarborgd waren, en aldaar onbeschroomd den uitslag van het verschil af te wachten. Walker greep hartstogtelijk deze nieuwe gelegenheid aan om zijn avontuurlijk leven te hervatten, nog eens zijne fortuin te beproeven, en in allen gevalle zijne staatkundige beteckenis te doen rijzen. Vijf maanden gingen voorbij onder het maken van toebereidselen; maar op het oogenblik, voor het vertrek bestemd, werd de brik de Vesta, welke de Flibustiërs gekocht hadden, aangehouden wegens door hen gemaakte schulden, en een Sheriff aan boord geplaatst om het vertrek te beletten. In weerwil van deze voorzorg, verliet de brik heimelijk den | |
[pagina 408]
| |
4den Maart 1854, des nachts te één ure, gesleept door eene kleine stoomboot, de haven van San-Francisco, en zoodra het schip zeil kon maken, deed walker den Sheriff aan boord van den sleper overbrengen, die hem in de haven terugvoerde, terwijl de Vesta het ruime sop koos. De ‘generaal’ walker, opperbevelhebber dezer expeditie, voerde met zich zes-en-vijftig avonturiers, gewapend met karabijnen, revolvers en bowie-knives, die geduchte messen, waarvan de Amerikanen zulk een vreeselijk gebruik weten te maken. In de eerste dagen van Junij (April?) landden de Flibustiërs te Rialejo en marcheerden oogenblikkelijk naar Chinandega, waar zij door de demokraten, toenmaals in 't bezit van dat gedeelte des Staats, met levendige vreugdekreten begroet werden. Chamarro was vóór eene maand gestorven, maar een der aanvoerders zijner partij, de generaal corral, had het bevel der troepen op zich genomen, en de burgeroorlog duurde met hardnekkigheid voort. Walker begaf zich naar Leon, het hoofdkwartier der demokratische partij, om zich volgens de letter van het contract ter dispositie te stellen van het gouvernement. Maar het ministerie, dat zich plotseling verzet had tegen de komst der vreemdelingen, volhardde in het weigeren van hunnen bijstand, in weerwil van den roem der Amerikaansche karabiniers, en voerde ernstige vertoogen aan tegen hunne inlijving in de armée. Na eenige weken van onderhandelingen en afwachtingen keerde walker, verdrietig over deze vertragingen, naar Rialejo terug, met het doel om naar Honduras te trekken, welk land juist met Guatemala in oorlog was, toen een gunstig antwoord eindelijk van Leon ontvangen werd, en de Amerikanen, wier klein getal niet gevaarlijk scheen, in het leger van Nicaragua werden opgenomen. Deze fout had, zoo als ieder weet, noodlottige gevolgen. De eerste veldtogt, dien walker en zijne manschappen mede maakten, had ten oogmerk de herneming van de stad Rivas. Het legercorps, bestaande uit de Amerikanen en 200 inlanders, onder 't onmiddellijk bevel hunner eigene officieren, scheepte zich in te Rialejo, landde niet ver van San Juan del Sur en toog naar Rivas, ongeveer vijf-en-twintig mijlen landwaarts in gelegen. Naauwelijks was het gevecht begonnen of de inlanders kozen het hazenpad, en walker bevond zich met zijne 56 karabiniers tegenover nagenoeg 400 man. De | |
[pagina 409]
| |
Amerikanen beproefden te vergeefs zich staande te houden, en waren genoodzaakt op San Juan terug te trekken, waar zij bij alle geluk eene kleine goelet vonden om hen naar Rialejo terug te voeren. Vóór men onder zeil ging, oefende walker eene toepassing van de krijgstucht, die hem zeer hoog verhief in de meening van velen. Twee Amerikanen, die niet tot zijne bende behoorden, hadden eene kazerne in brand gestoken, met het doel om van de wanorde gebruik te maken tot roof en plundering, en waren op zijn schip gevlugt. Walker liet hen onmiddellijk verschijnen voor den krijgsraad, en deze veroordeelde de schuldigen tot de straf des doods. Een hunner werd doodgeschoten, terwijl hij beproefde te ontsnappen, de ander ontkwam het in de nachtelijke duisternis. Maar deze te regter tijd aangewende gestrengheid had de zedelijke uitwerking, die men beoogde. Het was eerst in de maand Augustus daaraanvolgende, dat walker zich op nieuw in 't veld begaf, om eene landing te ondernemen bij het dorp Virgin Bay, aan het Niearagua-meer. Hoewel aangevallen door eene veel talrijker magt, onder bevel van den generaal guardiola, wierp bij dezen met een groot verlies terug op Rivas, en vestigde bedaard zijn hoofdkwartier te San Juan del Sur. Hij ontving aldaar versterking uit Californië, en vermeerderde zijne troepen door aanwervingen onder de gelukzoekers, die het land doortrokken langs den weg der Amerikaansche Transit-Company. Virgin Bay en San Juan del Sur zijn de beide uiteinden van dezen weg, die het Nicaragua-meer met den Stillen Oceaan verbindt, en bestaan voornamelijk uit logementen en Amerikaansche winkels, die menigte hulpmiddelen aan de Flibustiërs opleverden. In 't midden van October marcheerde walkker, nu wettig aangesteld tot opperbevelbebber van het demokratische leger, bestaande uit 250 inlanders en 200 zijner landgenooten, naar Virgin Bay, waar hij zijne kleine armée op eene stoomboot der Transit-Company inscheepte. Na een togt van weinige uren zette hij voet aan land, twee mijlen van Grenada, en maakte zich onverwachts, zonder een schot te doen, meester van dit bolwerk der legitimisten, 't welk de generaal corral onvoorzigtig had bloot gegeven, door schier alle zijne magt te Rivas te vereenigen, welke plaats hij onderstelde dat het eerst | |
[pagina 410]
| |
zou worden aangevallen. Walker haastte zich om als gijzelaars alle leden van het bestuur en twintig der notabelste ingezetenen te arresteren. Daarop publiceerde hij eene dagorder om de gemoederen gerust te stellen, de verbitterde bevolking te verzekeren, dat er geene wraak door de overwinnende partij genomen zou worden, en bescherming te beloven aan de personen en eigendommen. De cholera begon kwaadaardig in Nicaragua te woeden, en vertiende wat de oorlog spaarde. Castillon, de demokratische president, bezweek te Leon voor de aanvallen van dezen verschrikkelijken geesel. Walker bevond zich nu, als opperbevelhebber des legers, feitelijk aan het hoofd der partij. Men bood hem het presidentschap aan, dat hij weigerde, het voor als nog verkiezende, den min bezwaarlijken en meer beteekenenden post van generalissimus te behouden. Corral, het hoofd der legitimisten, stond nog altijd met strijdkrachten te Rivas. Door valsche berigten misleid, beschouwde hij zijne zaak als wanhopig, en bovenal vreezende voor het leven zijner landgenooten, die walker in gijzeling hield, en dag aan dag dreigde te zullen laten fusilleren, leende hij het oor aan de vredesvoorslagen, hem gedaan door den Heer wheeler, den gezant der Vereenigde Staten in Nicaragua. Deze zwakheid van corral redde de gevangenen, uitgezonderd den Heer mayorga, een gewezen minister, die meêdoogenloos gefusilleerd werd, maar leverde tevens het geheele land over aan de willekeur der indringers. Terstond werd een tractaat gesloten, waarbij men overeen kwam, dat de beide gouvernementen, die elkander sedert de laatste revolutie bestreden hadden, zouden ophouden te bestaan. Don patricio rivas, een invloedrijk persoon, die de algemeene achting genoot, werd voor een tijdvak van 14 maanden tot President benoemd, en walker behield zijn post als opperbevelhebber des legers. Deze beide hooge overheden, gesterkt door vier Ministers, moesten het nieuwe bestuur uitmaken. Het tractaat werd plegtig in de kathedraal-kerk geratificeerd door de beide generaals. Men zong een Te Deum, en de legitimistische troepen vereenigden zich met de demokraten, om voortaan slechts ééne armée te zijn onder het opperbevel van den aanvoerder der Flibustiërs. Corral aanvaardde het ministerie van oorlog; een Amerikaan, de kolonel | |
[pagina 411]
| |
french, werd Minister van financiën; in 't kort, de regering werd zamengesteld uit mannen, behoorende gedeeltelijk tot de twee verzoende partijen en gedeeltelijk tot de vreemde inkomelingen. Mogten het vertrouwen en de hoop nog al niet teruggekeerd zijn, toch heerschte er orde onder den invloed der vrees, en alles scheen snel voort te gaan naar de ontknooping, die de indringers verwachtten. Walker had zich meester gemaakt van het Dictatorschap, en regeerde, door het juk van een somber despotisme op de schouders der inlandsche bevolking te leggen. Weinige dagen waren er voorbijgegaan, toen hij brieven van corral aan verscheidene legitimistische hoofden onderschepte, die de zekerste bewijzen leverden, dat de ongelukkige met hen zamenspande, om het bewind, dat hij zoo juist erkend had, en waarvan hij een deel uitmaakte, omver te werpen. Hij werd onmiddellijk voor een krijgsraad gesteld en veroordeeld, om wegens de misdaad van hoog verraad den volgenden dag gefusilleerd te worden. Het vonnis werd uitgevoerd op de markt te Grenada, voor de Kathedraal-kerk en in tegenwoordigheid van het geheele leger. Corral viel met den moed van een soldaat. Hij was zeer hoog gezien bij zijne partij, en had zich gedurende den revolutie-krijg door zijne militaire talenten onderscheiden. Met hem verdween de laatste man, die geschikt was om zijn land te beschermen tegen het juk der vreemde indringers. Het nieuw bewind werd formeel erkend door den Heer wheeler, den eenigen vreemden gezant, die in den Staat resideerde. Honduras, de aangrenzende republiek, was gunstig gestemd voor de demokratische partij, en erkende de door walker beschermde magt. Guatemala, de grootste en belangrijkste der vijf Midden-Amerikaansche Staten, en de vijandigste tegen den Amerikaanschen invloed, Guatemala verwaardigde zich niet om te antwoorden op de notificatiën, en begon zich in staat van verdediging te stellen. Costa Rica, dat Nicaragua ten Zuiden begrenst, en eene der bloeijendste provineiën is van het gewezen Spaansch Amerika, ontzette zich over de voortgangen van walker, en nam zijne maatregelen om den inval der Flibustiërs te bestrijden, indien zij beproefden verder te gaan of hulp te verleenen aan den nood | |
[pagina 412]
| |
zijner oude bondgenootenGa naar voetnoot(*). Men kent het gevolg dezer toebereidselen, maar, dank zij het officiële blad der indringers, de openbare meening heeft zich geweldig bedrogen ten opzigte van de edele houding der Costaricanen. Eene der eerste zorgen van walker was een journaal op te rigten om zijne regeringsdaden bekend te maken, zijne landgenooten te vleijen, en uit hen vrijwilligers aan te lokken, die in zijn geluk wenschten te deelen. Bijzonder verlangde hij landverhuizers, die als kolonisten de hulpbronnen en de rijkdommen des lands konden exploiteren. Dit alles is echter maar voor de leus, en dient om de wereld te misleiden. Het journaal verschijnt eenmaal in de week te Grenada, is getiteld: El Nicaragueuse (‘De Nicaraguaan’), en is geredigeerd in het Engelsch en Spaansch. Vele artikels zijn door walker zelf geschreven, de rest door zijne handlangers. Aldus worden de Vereenigde Staten evenmin als Europa iets gewaar, dan wat hij ons verkiest mede te deelen omtrent den toestand van dit ongelukkige land. Kort daarna nam walker een besluit, waarbij hij 250 acres land (omstreeks 100 bunders) afstond aan elken landverhuizer, die zich zou willen vestigen op de aangewezen plaatsen en de vergunde landerijen ontginnen. Deze berigten, die de dagbladen der Vereenigde Staten gretig opnamen, hebben een groot aantal Amerikanen verleid. Kolonisten en waaghalzen hebben zich ingescheept naar Nicaragua, in spijt der proclamatiën van den President pierce, die gehoorzaamheid aan de | |
[pagina 413]
| |
neutraliteits-wetten gelastten, terwijl het Washingtonsche Kabinet onder de hand deze beweging aanmoedigde, om een tegenwigt te hebben tegen de aanmatigingen van Engeland. Wel weigerde het Amerikaansche Gouvernement den Kolonel french, als gevolmagtigd Minister van den Staat Nicaragua, te ontvangen; maar aan den anderen kant had toch de Heer wheeler officiëel het bewind van walker erkend. Deze diplomatieke streken, bijzonder als zij door Amerikanen worden uitgevoerd, kunnen niemand misleiden. Het souvereine volk der Vereenigde Staten en de regering der Unie zijn twee zeer onderscheidene ligchamen, die door zeer verschillende beweeggronden worden gedreven. De regering is verpligt een schijn van goede trouw te handhaven jegens de bevriende mogendheden, maar zoekt te zelfder tijd met hartstogt de volksgunst te winnen, zoodat zij inderdaad geene afdoende maatregelen neemt om eene volksbeweging tegen te houden, hoe onwettig zij zijn moge, wanneer maar de massa des volks haar begunstigt. De wijze, waarop de Staat van Nicaragua er toe gebragt is, om het juk der vreemden te dragen, en in bezit genomen en geregeerd te worden door eene bende Amerikanen, levert een bewijs voor de waarheid dezer verzekering. Sedert de verheffing van walker zijn de feiten genoegzaam bekend, zoodat wij niet noodig hebben ze te herinneren, alhoewel wij er eenig licht op zouden kunnen werpen. Wij wenschen dit reeds lang geworden Artikel te besluiten met het portret van den man. Hier wordt onze taak echter bezwaarlijk, want wij hebben geene in bijzonderheden gaande beschrijvingen van zijn persoon, dan wat zijne bewonderaars publiek gemaakt hebben. Zijne tegenstanders hebben zich meer opgehouden met zijne beginselen, dan met zijn uiterlijk. Wij willen er evenwel ons gemakkelijk af maken, door getrouw weêr te geven eene beschrijving, welke iemand zijner aanhangers, welligt hij-zelf, geleverd heeft, aan den verlichten lezer de zorg overlatende om van deze gloeijende lofrede af te snijden wat hij verkiest. ‘Het uiterlijk van den generaal walker beantwoordt geenszins aan de voorstelling, die men zich welligt zou maken van een zoo stouten en zoo gelukkigen aanvoerder. Hij is een eenvoudig, stil mensch, met een zachten blik en Angel- | |
[pagina 414]
| |
Saksische gelaatstrekken, in één woord: een opmerkelijke type van dat blaauw-oogig ras, 't welk bestemd is om de wereld te beheerschen. Hij is omstreeks vijf voet en vier duim (Eng. maat) lang en vertoont een weinig den aanleg tot zwaarlijvigheid. Zijn mond, overigens het deel des gelaats, hetwelk zoo veel uitdrukt, teekent niets karakteristieks. Hij glimlacht zelden en lacht nooit. Zijne lippen zijn groot, dik en schier grof; zijne wangen bleek en ingevallen. Zijn neus behoort volstrekt niet tot die, welke de gelaatkundigen ons beschrijven als eigen te zijn aan de menschen van genie. Napoleon zeide, dat een lange neus en uitgezette neusvleugels het kenmerk waren van een karakter, dat de zaken met vaardigheid en kracht weet te leiden; maar deze regel gaat niet altijd door. Walker heeft een breed en gewelfd voorhoofd. Hij laat zijne niet zeer digte blonde hairen doorgaans kort afsnijden en draagt weinig baard. Maar het karakteristieke van walker's uiterlijk is het oog, waarvan men moeijelijk een naauwkeurig denkbeeld door de pen of het penseel geven kan, en welks wezenlijke uitdrukking niet kan worden afgebeeld door de daguerréotype. Het is van een sterk en schitterend blaauw-grijs; het is wijd geopend en schrander; maar de kalme en onbewogen wijze, waarmede hij het rigt op de personen, met welke hij in gesprek is, overtuigt hen schier, dat hij hunne geheimste gedachten kent en leest. Deze grijs-oogige man is eerst koel en weinig voorkomend in den omgang; zijn gelaat is dat van een ernstig en denkend mensch; maar bij de eerste woorden hoort men reeds, dat hij veel weet en wèl opgevoed is. Onder het gesprek maakt hij eene ligte buiging met het hoofd naar den persoon, die tot hem spreekt, en bewaart een peinzend stilzwijgen. Vaak geeft een naauwelijks hoorbaar “yes!” (ja!), uitgesproken zonder de minste verandering des gelaats, alleen te kennen, dat hij eene volstrekte heerschappij verworven heeft over zijne driften. Zijn bewegelijk en avontuurlijk karakter vindt slechts genot in beweging en handeling. Zijne vriendschap is de opregtste en de minst zelfzuchtige; zijne vijandschap is wel nooit hevig, maar zij is onverzoenlijk. Voor zijne vrienden en lotgenooten verdraagt hij alle ontberingen, en om hunne welvaart te verzekeren ontzegt hij zich alle gemakken des levens, ja, handelt wel tegen zijn eigen belang. Walker is de grootste verachter van de gemakken en de ijdelheden der weelde, en | |
[pagina 415]
| |
is zeer onverschillig voor het bezit van fortuin; zijne drijfveêren zijn eerlijk en zuiver, en zijne verlangens gaan verder dan naar schatten. Deze verzekering zou ongeloofelijk zijn voor de massa aanbidders van den dollar, maar het geheele leven van den man bewijst, dat wij ons niet vergissen. Er is geen vromer mensch, dan de generaal walker. Gelijk zoo vele groote mannen, die ten toppunt van aardschen luister zijn opgeklommen, heeft ook hij zijne geheimzinnige openbaring der toekomst en zijn vast geloof aan eene Goddelijke zending, die altijd en overal schijnt te leiden in eene opklimmende en vooruitgaande rigting. Ook hij ontvangt door deze levensbeschouwing die veerkracht en vastheid des karakters, waardoor hij te midden der hevigste stormen groote daden weet uit te voeren.’ Ik heb deze passage bijna in haar geheel vertaald, omdat men beweert, dat walker in deze beschrijving zoowel het model als de schilder is geweest. Deze held is buitengewoon door zijne bewonderaars opgehemeld, die van alle zijden meetings te zijner gunst hebben bijeengeroepen, waar men hem noemde den ‘Bevrijder van Midden-Amerika’, en waardig keurde om eenmaal de wetten voor te schrijven in het paleis van montezuma. Naauwelijks wagen het eenige stemmen onder zijne landgenooten om iets af te dingen op zijnen roem of zijne onderneming af te keuren. Naauwelijks ook vindt men een hoog geplaatst mensch, die hem openlijk zou durven veroordeelen, en men kan den Heer clayton wegens zijne stoutheid niet genoeg prijzen, die in het volle Congres den moed had, de verovering van walker te noemen ‘den rooftogt van een Boekanier’. Van alle getuigenissen, die openbaar gemaakt zijn in antwoord op de aanvallen tegen den Flibustiër, is voorzeker een der bijzonderste het certificaat van goed zedelijk gedrag en eervol karakter, afgegeven door zijne stadgenooten, en gedrukt in den Nashville Banner van den 30sten Mei 1856. Het verdient onze aandacht, dat zelfs de warmste vrienden van walker niet ééne schitterende daad, niet één trek van persoonlijke dapperheid vermelden bij den beroemden Flibustiër, die in zijne beide veldtogten [nu reeds vier of vijf] gelegenheid te over zou hebben moeten vinden om geheel zijn | |
[pagina 416]
| |
karakter in alle kracht te openbaren. Hij is ondernemend, hij heeft zekeren moed; maar even als de meesten zijner landgenooten heeft hij niet het minste ridderlijk gevoel. En vooral ontbreekt hem die ruimte van geest en hart, welke den Staatsman kenmerkt. Zijn gedrag na zijne komst tot de hoogste magt is niet van dien aard, dat het groot vertrouwen inboezemt op zijne talenten of zijne belangeloosheid. Ondertusschen werd er in de Vereenigde Staten nagenoeg geene enkele stem ten zijnen nadeele gehoord, tot op het oogenblik, dat hij de Transit-Company belemmerde. Langen tijd had de nationale geest de billijkheid overmand; maar sedert walker de hand geslagen heeft aan het heiligdom der Amerikaansche belangen, openbaart de haat der benadeelden menigte feiten en bijzonderheden, die hem niet tot eer strekken. Dagelijks komt de waarheid meer aan 't licht: De mom valt af; de mensch blijft over;
En zijne heldenglorie taant,
om ons het beeld te laten van een gierigen, heerschzuchtigen Flibustiër, den uitvoerder van een wensch zijns volks, die noch door de zedelijkheid, noch door het regt der volken kan verdedigd worden. De positie, door de Amerikanen in Nicaragua gekozen, deed vroeg of laat de opneming voorspellen van dit land in den schoot der Vereenigde Staten. Maar dank hebbe de kloekhartigheid der Costaricanen, dank de oplossing van het Anglo-Amerikaansche verschil, het gelaat der dingen is veranderd, en deze verwachtingen zijn in rook verdwenen. Op denzelfden tijd, dat het nationaal gevoel van den ouden Bondsstaat ontwaakte, en het Spaansche bloed zich vereenigde om de indringers te verjagen, worden de tractaten vernieuwd en de onafhankelijkheid der Staten van Midden-Amerika plegtig verzekerd. Op dit oogenblik heeft de regering der Unie geen belang meer, om walker te ondersteunen; de ondernemingsgeest van den Yankee zal niet in verzoeking komen om hem te helpen, wanneer hij niet zien kan er iets bij te zullen winnen, en alles schijnt eene betere toekomst voor die prachtige landstreek te beloven, welke eerlang op drie verschillende plaatsen zal worden doorsneden van drie groote wegen des wereldhandels, die alleen in staat zullen zijn om ze ten | |
[pagina 417]
| |
leven te wekken, en ze op te roepen tot de algemeene beweging der menschelijke beschavingGa naar voetnoot(*). E.P.A. (Illustration). |
|