Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1857(1857)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 389] [p. 389] Twee navolgingen van Anacreon. Door Dr. J.Th. Büser, te Zwolle. Aan de krekel. Lief krekeltje! geen dier op aard' Is meer gelukkig, min bezwaard, Dan gij die vrolijk zingt en kweelt En onder 't wieglend lover speelt: Met weinig daauw verslaat ge uw dorst, En zijt zoo rijk als menig vorst. Want, wat op de akkers groent en groeit, Of in de wouden tiert en bloeit, En wat uwe oogen zien alom, Dat alles is uw eigendom. En daar gij niemand deert of schaadt, Is nergens veldling die u haat: En daar gij 't lieve voorjaar spelt, Wordt gij door elk op prijs gesteld. Bij heel den Muzenrei bemind, Hebt gij apollo zelfs tot vrind; Ja, de eedle gaaf der melodij Schonk niemand anders u dan hij. Door wijsheidsliefde en zang bekoord, Leeft gij zoo zonder zorgen voort: Geen pijn toch baart u ooit verdriet, En de ouderdom bezwaart u niet. Lief diertje! al hebt ge vleesch noch bloed; Steeds blijft ge vrolijk van gemoed: En, zijt ge een telg der aard'; geen god Geniet een hooger, beter lot. Op het geld. Koud en kil en huivringwekkend Is een leven zonder min; Och de liefde, hoe verruklijk, Heeft bezwaar en zorgen in: Maar, wat 't hart het diepste grieft, Is te ontberen wat men lieft. [pagina 390] [p. 390] Alles staroogt thans op 't zilver: - Glorie van een oud geslacht, Levenswijsheid, moed en braafheid, 't Wordt, bij 't geld, voor niets geacht; 't Wekt geen liefde in 't stug gemoed; Men vertrapt het met den voet. Doch verga! alwie aan 't zilver 't Eerst als afgod hulde bood: 't Is de kern van alle ellende, Bronwel van verderf en dood; Het verscheurt met ijzren hand Ouderliefde en broederband. 't Zilver kent geen regt of wetten, 't Schendt de trouw, verbreekt het woord; 't Geeft om heilig noch onheilig, Voert tot wreedheid, brengt tot moord. Doch, al wat ons moog ontvallen, Grievendst is het wis van allen, Wen een teedre liefdegloed Om het geld verkwijnen moet. Vorige Volgende