eenige bladzijden het antwoord inhoudende op de vraag, die eens een Engelsch reiziger aan zijn buurman op de diligence deed: ‘Sir, what is your opinion of all things in the general?’
Van dien aard is de Practische Theorie van den Koophandel. Ziet slechts, zoo als u op den titel verzocht wordt, den inhoud in, en gij zult ontwaren, dat men hier over de wijze van inpekeling, en wisselregt, over proppen en kurken en beleenings-contracten, over tol-congressen en droogen in de heete asch, in één woord, over alles wat onmiddellijk of van ter zijde met handel in betrekking staat, de noodige dosis geleerdheid uitgepakt vindt, zoodat eene zuurkraam, die met het zuur in den weg zit, en een vennootschap, die eene wisselquaestie heeft, beiden maar de Practische Theorie hebben op te slaan om uit den brand te geraken. Hoe gemakkelijk!
Schrijver dezes is volstrekt onbevoegd om het boek in zijn geheel te beoordeelen; van olie, zout, zuur, droogen, pekelen, enz. heeft hij volstrekt geen verstand, en het was wel van de Redactie van dit Tijdschrift niet te vergen, misschien honderd deskundigen op te zoeken, opdat elk over datgeen in de Practische Theorie zijn oordeel mogt vellen, dat hem bijzonder bekend was. Het eenige kleine gedeelte waarover wij spreken kunnen, is het regtskundig gedeelte en de quasi staathuishoudkundige beschouwingen in het boek en al wat daarmede in verband staat, en dan hebben wij voor dat alles slechts deze afkeurende woorden: onvolledigheid en oppervlakkigheid. Het zou geene moeite kosten, maar zeker onvruchtbaar zijn, indien wij dit het geheele werk door wilden aantoonen, en bij de regels over geld, papiergeld, crediet, boekhouding, beleening en prolongatie, wissels, vennootschappen, enz. wilden stilstaan, maar lezenswaardig zijn ongetwijfeld de denkbeelden omtrent de handelsprocessen, welke volgens de naïve opmerking het best voorkomen worden, door n.b. alles te betalen en er dan eene quitantie van te vragen. Maar, arme stumpert! betaalt gij dan alles wat men u vraagt? Als uwe beurs vol is, en men dit verneemt, zult gij last hebben van die Practische Theorie!
Met een versje of een novelletje neem ik het zoo naauw niet, en zwijgen is dan dikwijls beter dan eene gemotiveerde afkeuring, maar wanneer een dik boek verschijnt, met grooten ophef van geleerdheid en volledigheid, waarnaar ieder gretig de handen uitstrekt, omdat de vis inertiae der menschen mede-