Joden van vóór achttien eeuwen, voor zoo ver zij er deel aan hadden, wel dank weten, dat zij alzoo, overeenkomstig Gods wil, de poorten des heils voor hunne naasten geopend hebben - een verdienstelijk werk, geene misdaad! Voorts komt de Rabbijn er voor uit, dat God mogt geven, dat de geheele wereld zich in haren handel en wandel alleen door de voorschriften van de heilige boeken der Christenen mogt laten leiden; maar - voor de Hebreën zijn zij niet nieuw, als geput uit Mozes, de Tehilim en vooral Jesaia, en wat daaruit niet is, verdient geene aanneming. En hetgeen nu volgt, heeft veel van de wijsheid der ‘Dageraads’-mannen, als daar is: de onmogelijkheid der wonderen, van de hemelvaart, enz. enz., tot welks wederlegging de blijkbaar welmeenende Nederlandsche bearbeider niet was opgewassen. In hetgeen hij er bijvoegt: eenige aanteekeningen - een kort stukje: jezus van Nazareth, de Messias - eene vertaling uit het Fransch: Wordt de mensch met het denkbeeld van God geboren? Merkwaardige proefneming op een kind - een tot ‘Christelijke en Israëlitische medebroeders’ gerigt vertoog over jezus van Nazareth als den Stichter des Christendoms en over het Christendom zelf - heerscht een zeer goede geest; maar of wel het boekje iets zal afdoen ter bekeering van Israëliten, die inderdaad en gemoedelijk de waarheid zoeken, - zulks betwijfelen wij.
Ééne zaak wordt echter door dit kleine geschrift, ten overvloede, aanschouwelijk gemaakt, t.w. dat de zaak der Christelijke godsdienst grootelijks wordt benadeeld door de schoolsche, on- ja anti-Bijbelsche voorstelling van de triniteit en de absolute deïteit van den Heer, alsmede van de satisfactieleer. Eene zuivere, Gode waardige opvatting daarentegen helpt het Christendom aanbevelen, en indien men zich niet laat verkloeken door vooraf opgevatte meeningen, maar de grondstelling vasthoudt, door knapp in zijne Christ. Glaubenslehre aangaande de openbaring in haar geheel op den voorgrond gesteld, dat, waar het een feit geldt, het historisch moet worden dargethan, en, is dit gedaan, alles Raisonnement a priori nichts dawider beweiset, - dan is er niets in het Christendom, niets in de levensgeschiedenis van jezus, waarop het ongeloof zich kan beroepen. Al het schermen van vroeger en later tijd berust slechts op gebrekkige, gansch eenzijdige voorstelling.