zijde te zetten, en het nog erger te maken dan hunne verjaagde voorgangers. Over de waarde of onwaarde van regeringsvormen, en over het al of niet wenschelijke van veranderingen daarin, kan men ter goeder trouw verschillen, en 's menschen denkbeelden kunnen, na verloop van tijd, door verkregene ondervinding, omkeeren; maar wanneer die omkeering op het oogenblik dat het eigenbelang het medebrengt, geschiedt, dan is dit een spel dat den bedrijver diep verlaagt, en dat uitnemend berekend is om het geschokte openbare gezag nog meer te doen wankelen en alle vertrouwen daarop weg te nemen. Toegevendheid moet men gebruiken omtrent gebreken en misslagen van de in onze dagen zoo ingewikkeld geworden en waarlijk niet te benijden kunst van regeren, maar onbepaald afkeuren een stelsel van bedrog en eerloosheid. Welke braafheid en trouw is er van de burgers te wachten, waar van den zetel des bestuurs het voorbeeld uitgaat van toezeggingen aan wier vervulling men niet eens denkt, van verbindtenissen schandelijk verbroken, van plegtige eeden voor het oog der wereld afgelegd, en geschonden?
Het gezegde zij zonder toepassing gesproken, want wij matigen ons over niemand het oordeel aan, en heeft natuurlijk niet ten doel om iets te ontnemen aan de waardij der edelaardige pogingen van menschen, onder welke wij charles lucien rekenen, die hunne talenten besteedden ter genezing van het van den hoofdschedel tot de voetzool krank geworden ligchaam van den Romeinschen Staat. Ontzettend is het hier, bepaaldelijk op bl. 26 en 27, opgehangen tafereel van diep ingewortelde kwalen, die aan de welvaart des lands onophoudelijk knagen, en soms aan herstel zouden doen wanhopen. Voegt men er de ontzedelijkende bedelarij, struikrooverij en andere verkeerdheden bij, benevens de heimelijke of openbare tegenkanting van wie bij de voortduring der misbruiken belang hadden, in de eerste plaats van pius IX en zijne aanhangers, dan is het niet te verwonderen, dat de ijverigste inspanning ten laatste schipbreuk geleden heeft, en dat het den tegenstanders, door buitenlandsch geweld geschraagd, gelukt is de Republiek te doen vallen. Daarom is de arbeid van de vrienden des volks, die de oogen hebben doen opengaan voor de schreeuwende misbruiken, en den weg tot verbetering hebben aangewezen, niet verloren. Waar gevoelens, gelijk ons uit