de lade van eene oude meid, die, zonder regt te weten waarom zij 't bewaarde, daarmede uit Cheshire naar Ulm was getrokken? - Ook is de verhaaltrant gansch niet vrij van het nationaal gebrek: langgerektheid. - En dan bulwer's genie! die vonken van geest, welke hem, als ware het zijns ondanks, ontspringen, die hij zoo schitterend en in zoo ruime mate over al zijn werk heenstrooit.... vindt men hier iets dat daarnaar in de verte zweemt? Men heeft, zoo ik meen, daarvan een rijken oogst verzameld, onder den titel van Bulweriana, en is dit nog niet gebeurd, welnu, dan kan men het toch doen; terwijl ik vermeen zeer te mogen betwijfelen, of er, zonder groote vorderingen, ooit sprake van eene Oliphantiana zal zijn.
Maar het beoordeelen van een buitenlandsch werk is, in zeker opzigt, eene ondankbare zaak. Voor wien toch schrijft men zijn gevoelen neder? Niet voor den auteur, wien het nimmer onder de oogen komt - ook niet voor den lezer, want wie wacht met het koopen en lezen van een roman op de recensie? Daarom zeggen wij van het werk dan ook niets meer. Men kan het zonder gevaar koopen en lezen, en het zelfs zijne halfvolwassene dochters in handen geven. Het moet echter maar op de dameswerktafel blijven berusten, want het is alleen voor lezeressen geschikt. Voor een lezer zal terstond de zwakste zijde aan 't licht komen. Een schilder zal zeggen: niet onaardig van groepering en coloriet, maar plat en fletsch en zonder diepte; een componist zal het bij een zoetvloeijend wiegeliedje vergelijken; kwam het ooit bij toeval in handen van een kok, dan zou hij het een kraamvrouwenkostje noemen, terwijl het den zeeman ongetwijfeld aan eene bonaccia zou doen denken; misschien op de Middellandsche Zee, met de schoone kust in 't verschiet.... maar toch altijd aan eene verwenschte bonaccia.
De vertaling is zuiver en goed, hoewel het ons minder aardig toeschijnt om uitdrukkingen die alleen op menschen toepasselijk zijn, ook op zaken te zien overgebragt; om b.v. van een huis dat goed wederstand aan den storm biedt, te lezen: het hield zijne kleederen bijeen, en van wilgenboomen: dat zij tot de knieën in 't water stonden. Indien deze beelden in het origineel gevonden worden, had de Vertaler die liever niet moeten overnemen. Het uiterlijk van het werk is zeer net,