Historische Novellen. Door Mevr. A.L.G. Bosboom-Toussaint. Haarlem, A.C. Kruseman. 1857. In gr. 8vo. XVI en 284 bl. f 3-20.
De voorrede, welke Mevr. bosboom-toussaint voor den herdruk harer verspreide Novellen heeft geplaatst, en de aanteekeningen, die zij achteraan heeft gevoegd, maken eene beoordeeling van dezen bundel moeijelijk. De eerste is eene verdediging van den geest en de strekking dezer verhalen, de laatsten zijn eene verdediging van hunne letterkundige en aesthetische waarde tegen de bedenkingen, welke vroegere beoordeelaars hebben gemaakt; blijkbaar worden deze zaken in zeker verband beschouwd, en de ongunstige beoordeeling, zoo die plaats had, voor een niet gering gedeelte toegeschreven aan veroordeeling van den geest en de strekking der novellen. Rec. begint nu met te verklaren, dat hij geen deel genomen heeft aan de Aprilsbeweging, en dat hij ondanks al den ophef, dien Mevr. bosboom-toussaint daarover ook nu weder maakt, daarin heel weinig groots en verhevens heeft gezien. Wanneer de schrijfster deze of hare eigene zaak verdedigt, schijnt het, als of ons goed Hollandsch haar geene voldoende woorden meer aanbiedt, zoodat zij genoodzaakt wordt een aantal onhollandsche woorden te bezigen. Zoo worden wij in de voorrede en in de aanteekeningen vergast op: intimiteit, concipiëren, emotiën, agitatie, machinatiën, combinatiën, meneën, convietie, adherenten, fictiën, opinie, absentie, passie, preoccuperen, falsifiëren, ignoreren, intentiën, communicatie, exercitie van godsdienst, releveren, sujet; waarlijk, als het zoo voortgaat, en gevierde schrijfsters ons dergelijke dingen voor Hollandsch willen opdisschen, dan zullen we spoedig tot de basterdtaal van eene vroegere eeuw terugkeeren. Eene andere aanmerking op den stijl van Mevr. b.t. is te dikwijls vruchteloos gemaakt, dan dat Rec. zou hopen, dat zijne herhaalde bedenking van eenigen invloed zou wezen. Het geldt de (ik zou bijna zeggen, kinderachtige) zucht, om door het gebruik van deze en gene verouderde woorden,
van deze en gene ongewone spraakwendingen en van de gewone verschillende spelling en uitspraak, hare helden en heldinnen te laten spreken, zoo als zij zich verbeeldt, dat men in dien ouden