Parelen uit de Lettervruchten van Nederlandsche Dichteressen. Verzameld door A.J. van der Aa. Lid der Maatschappij van Nederl. Letterkunde. Te Amsterdam, bij L.F.J. Hassels. 1856. In gr. 8vo. 151 bl. f 1-60.
De Verzamelaar dezer Parelen heeft reeds het tijdelijke met het eeuwige verwisseld. Heeft Nederland in hem geen man van genie verloren, de naam van iemand die vele talenten bezat, en daarmede ten nutte zijner landgenooten woekerde, is door den dood van den Heer a.j. van der aa van de rolle der thans levende Vaderlandsche Schrijvers gewischt. Wanneer men de lijst nagaat van de werken door v.d. aa uitgegeven, dan staat men met reden verbaasd over den grooten ijver, de onvermoeide werkzaamheid van den verdienstelijken man: en als men daarbij het oog slaat op de kwaliteit dier werken, dan perst de naauwkeurigheid en zorgvuldigheid van 's mans arbeid ongeveinsde bewondering af. Hij heeft ruimschoots verdiend dat zijn naam door Nederland worde in eere gehouden.
Het werk dat wij hier aankondigen behoort onder de laatste schriften van v.d. aa. Menigeen, die weinig aan de geschiedenis onzer literatuur gedaan heeft, zal de handen in elkaâr slaan bij het zien van den inhoud. Want dat ons land zoo vele en zulke Dichteressen heeft opgeleverd, is voor zoo eenen waarlijk verrassend. Hij, en de op 't gebied van vaderlandsche literatuur-geschiedenis meer bekende met hem, zal zich verheugen over dit verschijnsel. Het mag toch als een bewijs gelden, dat in Nederland, dat in zoo vele zaken aan andere landen den weg wees, en in vroegere tijden boven anderen den roem der beschaving had, de ontwikkeling der vrouw verre van verwaarloosd werd. Uit verschillende tijdperken onzer letterkunde vinden wij in deze verzameling dichtproducten van vrouwen, en waarlijk niemand zal aan een dezer het regt betwisten om met de overigen een snoer parelen van het zuiverste water genoemd te worden. Het gedicht van Mej. e. hertzveld, dat den bundel besluit, is blijkens het voorberigt op verzoek van den Uitgever geplaatst; wij mogen zeggen dat haar gedicht op waardige wijze onzen tijd in de Parelen vertegenwoordigd. Haar naam moge in latere tijden met die van