met groote moeite, en dan nog zeer onvolkomen, slagen in de kunst om iets door te denken, hunne gedachten naar eisch te schikken, onder de gepaste woorden te brengen en ze derwijze uit te spreken, dat ze naar inhoud en vorm treffen en overtuigen! Hoe vele zoogenaamde geleerden die slecht spreken, en het nimmer zoo ver brengen, dat zij een stijl schrijven, die de meest gewone eigenschappen, juistheid en duidelijkheid, laat staan, sierlijkheid en bevalligheid, bezit! Zij bewijzen helaas! door onbepaaldheid, verwardheid en omslagtigheid in hunne wijze van schrijven, dat studie en kennis en zelfs eene ijverige beoefening van logica en rhetorica een ledig hoofd niet met denkbeelden kunnen verrijken, een verward hoofd niet in staat zijn te verhelderen, en evenmin aan de verbeelding de vaardigheid vermogen te geven om de regte woorden en uitdrukkingen voor eene gedachte te vinden, als de bewegelijkheid aan de spraakwerktuigen om ze op zulk een toon te uiten, als met haar inhoud in het bepaalde verband overeenkomt.
De Auteur van dit boekje erkent dit ook ingewikkeld in de voorrede. Maar wat valt er dan te doen?... Bestaat er geen middel om den man van minderen aanleg te gemoet te komen, en hebben de rijk begiftigden regt zich boven alle hulp verheven te achten! Ware dit zoo: het vonnis der veroordeeling ware geveld over geschriften zoo als het bovenstaande, en wie zou nog eenigen prijs stellen op de weldadige werking der logica, op de ontwikkeling van den geest en op de geregelde uitdrukking der gedachten! Wij zijn echter met den Schrijver ver van dit besluit regtmatig te noemen; integendeel, ook wij waarderen dergelijke geschriften, mits men de theorie waarop ze berusten, aanmerke en gebruike als de slotsom van hetgeen de praktijk heeft geleerd, mits men ze beschouwe niet als onfeilbare gidsen, die men alleen blindelings heeft te volgen, maar als nuttige leidslieden op den weg naar het gewenschte doel, die het gezonde oog scherpen, ons voor afdwalingen bewaren en onzen gang rigten en besturen. Wij hebben in dien zin dan ook vrede met een geschrift gelijk het bovenstaande, en houden ons verzekerd, dat het met vrucht kan gebruikt worden; men verbeelde zich maar niet, dat dit gebruik een ieder tot een helderen en geregelden denker, laat staan tot een juisten en sierlijken stilist zal vormen.
Het boekje is eene vrije bewerkiug van een hoogduitsch