zamenstelling en de wijze van behandeling van het werktuig een eerste vereischte, en om het in dit opzigt niet aan de noodige middelen te laten ontbreken, heeft de S. zich opgewekt gevoeld tot de zamenstelling van deze bijdrage, waarvan de hoofdzakelijke inhoud hier volgt:
De Inleiding, waarin een zeer beknopt overzigt van de voornaamste eigenschappen van den stoom wordt opgegeven.
Hoofdstuk I behandelt het schroefstoomwerktuig, dat is: de ketels, opmerkingen omtrent de ketels, berekening van het verwarmend oppervlak, dikte der ketelplaten, plaatsing en beproeving der ketels, het stoomwerktuig (?), de eilinder, stoomschuif, condensor, luchtpomp, werking van den stoom in het werktuig, overbrenging der beweging van de zuigers op de hoofd-as, drijfstang, excentriek, geraamten (?), as, dubbele excentrieken, de (het) expansie-toestel, de verschillende kranen, kleppen, buizen en pompen, de trunk of kokermachine en zijne voordeelen, direet en indirect werkende machines, plaatsing der machines.
Hoofdstuk II. De schroef, de schroef-as en de (het) ligttoestel, soort van schroeven, ontkoppeling.
Hoofdstuk III. Het behandelen der werktuigen, stoom, opstoken en aanzetten der werktuigen, het stoppen en omkeeren der beweging, het behandelen der ketels en der machines, ook bij het stoppen, onderhoud van werktuigen en ketels.
Hoofdstuk IV. Vermogen der drie charters onzer schepen, nominaal en effeetief vermogen, indicateur.
Hoofdstuk V. Aanteekeningen, bestaande in ophelderingen, uitbreidingen, enz. van eenige voorafgaande paragrafen.
Al deze artikelen worden met minder of meer uitvoerigheid omschreven, verklaard en door teekeningen opgehelderd. Of dit echter overal met de vereischte duidelijkheid is geschied, kunnen wij niet beslissen, zoo lang wij niet bepaald weten, wat de Schrijver door eene oppervlakkige kennis van het stoomwerktuig verstaat. Heeft de lezer dezer Bijdrage een duidelijk begrip van den stoom en zijne eigenschappen, alsmede van de wijze, waarop bij beweging kan daarstellen, dan twijfelen wij niet of hij zal veel nut uit de lezing kunnen trekken. Heel anders is het gesteld met hen, die nog weinig of niet met de stoomwerktuigen bekend zijn; deze zullen, naar onze wijze van zien, zeer weinig aan de lezing hebben, weshalve