het onderwerp voor. Don juan van oostenrijk, de held van Lepante, is een ware romanheld; zijne figuur, de geschiedenis van zijn leven, boeit, zelfs waar dit alles behalve boeijend wordt voorgesteld. Emilia van nassau, des grooten Zwijgers dochter, sloot een huwelijk met een Prins zonder land en een Vorst zonder kroon, dat vooral een flink en der zake kundig Romanschrijver eene uitmuntende stoffe zou hebben geleverd, om eene schilderij te geven van het hofleven ten tijde van maurits. Hier vindt men van beide belangwekkende personen niets anders dan een chronologisch gevolgd levensverhaal, nu en dan afgewisseld door natuur- en plaatsbeschrijvingen, die voor alles getuigen van de belezenheid en 't goed geheugen van den Auteur.
't Is dan ook daarom, dat wij de geschiedenis der Mooren in den ‘Don juan’, de beschrijving van Portugal in de ‘Emilia van Nassau’ 't best geslaagd vinden. De nevenfiguren, vooral diegenen welke geen historisch crediet hebben, kunnen, except het costuum, even goed voor negentiende als voor zestiende eeuwers doorgaan. De dialoog is gebrekkig, en mist geheel het eigendommelijke van het tijdperk, of de Auteur zou dat moeten willen zoeken in de titulatuur, die in 't oneindige herhaald wordt, en die bij den Heer nauta zeer geliefd schijnt te wezen.
De uitvoering is goed. 't Is het eenige goede, dat wij dan ook zeggen kunnen van een paar werken, die geene verdienste genoeg bezitten, om zoo geruimen tijd na hunne verschijning op nieuw onder de aandacht van het publiek gebragt te worden.