en tijdperken, van het lengen en korten der dagen, van de verjaardagen der vorstelijke familie, van briefporten, van telegraaftarieven en zegelregten, die men in iederen anderen almanak kan vinden; door eene aanwijzing van de vertrekuren der spoortreinen die men in geen enkelen vinden moest, daar de administratieën er op uit schijnen om door gedurige uursverandering de almanakken tot leugenaars en het publiek tot dupe te maken; - en door een mengelwerk, dat zeker aanspraak heeft op dien naam in zooverre het göthe's regel van Koriander en nog iets anders herinnert, maar weinig regtstitels toonen kan op de belangstelling van het publiek. Wat strekken kon tot staving van dit oordeel wordt liefst achterwege gelaten: want 't is pijnlijk dames te moeten hard vallen omdat ze den engel des vredes tot eene vrouw maken, van ‘kloppende borsten’ spreken, de hel ‘verschrikking uit haar ketel laten spuiten’; - pijnlijker nog van dichtstukken te moeten gewagen waarin van ‘hemelluchten’ sprake is, en deze de eer genieten van op ‘geduchte’ te mogen rijmen, of waarin het ‘duister van de wetenschap’ vermeld wordt, of waarin schatten ‘uiteenen spatten’; - onaangenaam eener redactie te moeten herinneren dat mengelwerk als dat van blz. 28 en 43 eigenlijk in het voorwerk van dit jaarboekjen behoort. Nog menige dergelijke aanmerking ware hier bij te voegen, maar de gemaakte zullen genoeg zijn, waar 't een boeksken geldt van 119 blz. of liever een mengelwerk van 67 blz. klein formaat. Wil men uitvoeriger beschouwing, men opene het werkjen, en 't zou wel te verwonderen zijn wanneer men niet onder Mr. s.e. nijkerk's inwijdingsrede: ‘taai’ schreef, - onder Hoop: ‘niets nieuws’, - onder johannes reuchlin:
‘goed, maar gerekt’, - onder Varia: 't bedoelde woord van göthe, - onder alexander benjamin haas: ‘langwijlige beschrijving van een belangwekkend leven’, - bij de liederen van de Sola..... doch waar zou 't einde zijn indien er dus moest worden voortgegaan? Huijgens en barlaeus zij als overledenen rust gegund, grace aguilar als vreemdeling.
b.
v.h.