een oordeelkundig gebruik gemaakt van de geschriften van francken, kock, de sitter, boissevain, lion, en anderen over de Wet van 28 Junij 1854 en hare geschiedenis. Zeer doelmatig is ook de opname van: het Reglement op de diaconieadministratie bij de Ned. Herv. Kerk van 23 Julij 1852 - dat voor de besturen der parochiale en andere Katholieke instellingen van liefdadigheid in het aartsbisdom van Utrecht en in de bisdommen van 's Hertogenbosch, Breda, Roermond en Haarlem - het art. de armen betreffende, in het Algemeen Reglement voor het bestuur der Herstelde Evangelisch-Luthersche Kerk - de Afdeeling, dit onderwerp aangaande in het Reglement op het plaatselijk Kerkbestuur in de Evang.-Luthersche gemeenten in de Nederlanden - de vigerende ministeriële dispositie betrekkelijk de verzorging der Israëlitische behoeftigen - en het Reglement der Vereeniging van den H. vincentius van paulo.
Ten aanzien van het eerst genoemde dezer kerkelijke Reglementen zij echter opgemerkt, dat het hoogst waarschijnlijk eerstdaags zal zijn vervallen. De Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk toch droeg in 1852 de vervaardiging op van een nieuw concept van reglement voor de diakonale administratie aan hare Algemeene Commissie. Deze kweet zich van haren last, en leverde ter Synode van 1854 een concept in, dat na discussie en wijziging voorloopig werd aangenomen, en, overeenkomstig het Algemeen Reglement voor de Hervormde Kerk in dit rijk, aan de consideratiën der provinciale kerkbesturen onderworpen. Wegens misvatting of misverstand ten aanzien der in te winnen consideratiën, kon de zaak door de Synode van 1855 niet finaal worden afgedaan; in 1856 werd het concept ten gevolge van de ingekomen consideratiën op nieuw gerevideerd en met eenige veranderingen gearresteerd. Aldus werd naar Kerk-orde het Reglement aan de eindstemming der provinciale kerkbesturen onderworpen. Later is gebleken, dat deze door aanneming is gevolgd, zoodat alleen nog de Koninklijke goedkeuring verkregen moet worden op die bepalingen in hetzelve, welke hiertoe in de termen vallen. Vermoedelijk zal deze wel worden gegeven, en dan is, twee maanden daarna, het nieuwe Reglement verbindend. De Schrijver zou wèl gedaan hebben, zulks in eene aanteekening te berigten, en van den zorgvuldigen