zijne schoone cliënte, en belooft alle krachten in te spannen om hare zaken in orde te helpen, waaraan hij dan ook, zelfs met gevaar van zijn leven, veel toebrengt. - Als de erfdochter in hare regten hersteld is, schrikt hij van de liefde die hij koestert, maar neemt zich natuurlijk voor om zich eerst een naam en dan fortuin te maken, enz. Juist op dit oogenblik echter, sterft zijn oom, en daardoor ontbreken hem tevens de middelen om zijne studiën voort te zetten. Wanhopend trekt kenneth naar Londen. - Tot hiertoe zijn er in het verhaal nog al aardige beschrijvingen, b.v.: als kenneth eene oude vrouw, die, ten voordeele van helena, als getuige moet optreden, van een reeds uitgezeild schip terughaalt; en meer andere plaatsen. - Maar op deze hoogte gekomen, zou men bijna denken, dat eene andere pen het werk had overgenomen, en het is niets meer dan eene gewone liefdesgeschiedenis, afgebroken door tooneelen van moord, en vergif, en kerker; geldknoeijerijen en misverstand; als ook eene schaking, waarbij een knecht de rol van geestelijke moet vervullen. - Ik voor mij, verwijs zulke dingen liefst naar karel grandison. - Ik zal u verder dan ook maar niet alles haarklein vertellen, en u alleen voor de aardigheid eens vragen, hoe gij de volgende toevalligheden vindt. De man die, door het verduisteren van gewigtige documenten, de Schotsche wees wil berooven, is: Sir edgar ruthven. - Iets later wordt kenneth clyne eene erfenis ontfutseld, en dat wel door: Sir edgar ruthven. (Hij schijnt dus wel octrooi gehad te hebben voor zulke baantjes.) - Nog iets later staat onze held in Londen op het punt om eene actrice te huwen, die hem echter stervend bekent, dat zij eene reeds gehuwde, maar verlatene vrouw is, en zoo als blijkt, ook al weêr van: Sir edgar ruthven. - Wat zegt gij daarvan?
Het einde zal echter den gevoeligen lezer wel voldoen. Alle gelieven worden eindelijk, paar aan paar, vereenigd; alle misverstand wordt opgeheven, en de vreeselijke Sir edgar door een duël tot inkeer, of liever tot omkeeren gebragt, want men leest van hem, dat hij zich in later leeftijd vergenoegde met door zijne listen en streken het ministerie in verwarring te brengen. Nu weet gij ten naastenbij welke soort van werk het is; en daar, zoo als wij reeds zeiden, de smaken verschillen, zal het ook wel lezers vinden, al loop ik er