ook tot het hart; stichting is zijn doel. Aan degelijkheid wil hij trachten eenvoudigheid te paren, om alzoo waarlijk nuttig te zijn voor de gemeente. In hoeverre de Redacteur dit doel heeft bereikt, leert ons de eerste Jaargang. Het komt mij voor, dat hij over het algemeen wèl is geslaagd. Van zijne eigene hand zijn de meeste stukken afkomstig, welke in dezen Jaargang voorkomen. Eene ‘Inleiding tot het boek der Psalmen’, over de zes Afleveringen verdeeld, strekt hem tot eer. Daaruit is voor den eenvoudigen Bijbellezer veel te leeren. Verder heeft hij nog medegedeeld: opmerkingen over ‘de zaligsprekingen’; eene verhandeling over ‘den oorsprong der verzameling van de verschillende Bijbelboeken’; eene verklaring van Matth. v:17-20, onder den titel: de wet van den Christen; evenzoo Matth. v:21, 22: zonde, schuld, toerekening; Rom. i:18-32: de openbaring van Gods toorn over de zonde; en eenige beoordeelingen van geschriften. Van zijne medewerkers bevat deze Jaargang de volgende bijdragen. De aanbidding Gods in geest en waarheid, Joh. iv:24, door w. verwey. Vermeerdering van geloof, Luk. xvii:5, 6, door u.p. okken. Het doel der Evangelie-beschrijving van joannes, door hem zelven opgegeven, Joh. xx:31, door t. adriani hoen. Wat is de Bijbel? door u.p. okken. Welke is de inhoud des Bijbels? door denzelfden. Opmerkingen over Bijbelverklaring, door w. verwey. En 1 Kor. xi:20-34a, over Avondmaalvieren, door j. boeles.
Het lag niet in mijn plan, elk dezer stukken te beoordeelen. Met eene opgave van den inhoud van den eersten Jaargang des Bijbelvriends vergenoeg ik mij. Hoe zou het anders kunnen, of er is hier en daar wel wat aan te merken. Bij een tijdschrift is dat minder noodig, dan bij een afgerond werk. Ik wensch Dr. p. toe, dat ook zijne overige medewerkers hem iets meer dan hun naam zullen geven. Kon het zijn, ik zou hem raden, nog enkele andere mannen, die op dit terrein te huis zijn, tot deelneming aan zijnen arbeid uit te noodigen. Hij zorge bovenal voor verscheidenheid, maar houde toch ook immer de eenheid in het oog, die tot nu toe zijn tijdschrift tot sieraad verstrekt. De Bibliotheek van den Bijbelvriend kon best achterwege gelaten worden, of alleen in zooverre behouden, dat daarin enkel wierd opgenomen eene korte aanwijzing van geschriften die op Bijbelverklaring betrekking hebben,