| |
| |
| |
Korte mededeelingen.
Huisselijke Godsdienst-oefening - eene heerlijke zaak! ‘Maar wie zal haar besturen?’ Het hoofd des huisgezins natuurlijk. ‘Als deze de bekwaamheid er toe heeft.’ Welnu, hij neme het Bijbelsch Dagschrift, bij m.j. visser, te 's Gravenhage uitkomende, tot gids. Dat kost 40 of 30 of 20 cents per maand; en bij de uitgave op best papier ieder vierendeeljaars eene plaat. Wie er al aan meêwerken? Ja, te velen om te noemen, en onder dezen mannen van grooten naam, zelfs c.e. van koetsveld en zaalberg en adriani van Utrecht en modderman en bennink janssonius. Ieder dag wijst een dagtekst aan en behandelt dien, terwijl ge opmerkzaam wordt gemaakt op een gedeelte uit de H.S., niet te uitgebreid (en dat is goed) geschikt om nevens gezang- of psalmvers bij den dagtekst gelezen te worden. De keuze dier lectuur is zeer goed en gepast voor iederen dag. De stukjes... ja er zijn uitnemende onder. Sommige lijden aan het euvel, dat ze voor het huisgezin ongeschikt zijn, ten minste voor de kinderen en dienstboden; de meeste zijn niet praktisch genoeg. C. e. van koetsveld is op dit terrein niet de eerste; Ds. rutgers, van Groningen, beviel ons uitmuntend. 't Is intusschen niet gemakkelijk: best zal hij slagen, die zich in den geest aan de ontbijttafel plaatst en bij zich zelven zegt: ‘Nu moet ge tien minuten circa over den tekst vruchtbaar spreken!’ De redactie moest zorgen dat dezelfde plaats der Schrift niet tweemaal digt na elkander ter lezing werd aangewezen, en dat niet zoo hinderlijke drukfout insloop, als: bl. 126, Vrijdag 28 Febr. Joh. 2 vs. 23., moet zijn: Vrijdag 27 Febr. Jacobus 2 vs. 23.
De Heer g.t.n. suringar, Boekhandelaar te Leeuwarden, heeft eene snelpers - en zou hij die hebben gekocht om haar te laten stilstaan? Neen! - zij moet loopen, en van zijne drukkerij moeten, nu 't drukken zoo gaauw gaat, meer bladen dan anders in de wereld komen. Uit dezen zeer natuurlijken zamenhang van oorzaak en gevolg kunt gij 't verklaren, dat genoemde Drukker en Uitgever met het begin van 1857 aan twee nieuwe tijdschriften het leven heeft geschonken, bij welke wij een oogenblik uwe aandacht bepalen, in hope, dat wij
| |
| |
door het ontvangen der volgende afleveringen, meermalen in staat zullen zijn, om u den voortgang dier tijdschriften aan te kondigen, want zij verdienen de aandacht: gelukkig is de snelpers op suringar's drukkerij niet wat het mes in de hand eens kinds is, namelijk gevaarlijk.
Het ééne tijdschrift heet De Zegen des Ouderdoms, is voor de oude luidjes met eene groote duidelijke letter gedrukt, geeft alle maanden 24 bladzijden, à 25 cents, en staat onder redactie van Ds. kits van heiningen. Het bevat korte stukjes en vangt aan, na eene inleiding, met in rubrieken gerangschikte bijbelplaatsen, die op den ouderdom betrekking hebben. Dat die bijbelplaatsen later uitvoeriger worden behandeld vinden wij een goed plan, maar de proeven, die er van gegeven zijn, naar c.g. couard, zijn niet het beste uit het werk. Voorts vindt ge hier, behalve eenige oorspronkelijke en nieuwe opstellen, eene zekere soort van bloemlezing uit onderscheidene Schrijvers - en de keuze is zeer goed: van ockerse, steiger, cats, stöckhardt, zschokke, tiede, feith, sack, frederika bremer, theremin, a. des amorie v.d. hoeven jr., lessing. - M.c. van hall gaf ook een versje ten beste voor zijne tijdgenooten, maar de inhoud is ongeschikt in een stichtelijk boek voor ouden van dagen. De jeugdige c. des amorie v.d. hoeven levert wat ons beter behaagt en draagt zijn naam niet onwaardig. Eene bepaalde aanmerking hebben wij, dat het geheel - en waarom toch? - de kleur draagt van de godsdienstige rigting, die de tegenwoordige ouden van dagen in hunne jeugd als de heerschende hebben leeren kennen en aannemen. Zij moeten verder dan zschokke hen brengt. Zonde en verlossing staan niet op den voorgrond, het eigenaardig Christelijke ademt ons niet tegen uit deze bladen. Mogt dit tijdschrift stof en deelneming vinden voor meer dan één jaargang, maar worde het bewaard, gelijk ieder oude van dagen, wien wij het ten sterkste aanbevelen, voor overleving van zich zelf! De uitgever kan het daarvoor bewaren, als hij zijn speculatie-geest in harmonie houdt met zijn eergevoel als Uitgever.
Hij zelf is redacteur van het andere tijdschrift: Bibliotheek voor het Huisgezin, alle maanden 32 pag. à f 2-50, franco per post, f 3,00 's jaars. Wilt gij den geest van dit tijdschrift leeren kennen, gij moet op dat woord huisgezin letten; en
| |
| |
ieder opregt Hollander zegt daarom: ‘bravo, suringar!’ - 't Is waarlijk uitstekende lectuur voor en over het huisgezin. Ware en behartigingswaardige woorden spreekt de inleiding: ‘wij hopen met onze Medearbeiders vast te houden aan het hoofdbeginsel, dat de kracht, welke zich in het maatschappelijk leven zal ontwikkelen, behoort uit te gaan van het huisgezin, en dat de verbetering van den maatschappelijken toestand niet enkel in genootschappen en vereenigingen, in staatshervormingen en wetsherzieningen, maar in de eerste en voornaamste plaats in de verbetering van den enkelen mensch, in de heiliging van het huisgezin en het familie-leven gezocht moet worden.’ Lang besta en bloeije dit tijdschrift! Het is niet aan Leesgezelschappen, maar aan hoofden des huisgezins aan te bevelen. Best beviel ons wat suringar zelf leverde, ‘over den moed in 't gewone leven,’ wat zijn bloedverwant w.f.r. suringar schreef over de ‘bloemen,’ wat ina verhaalde onder den titel ‘een snoepje,’ wat beets en c. des amorie v.d. hoeven dichtten. Modderman's spreekwoordenmagazijn behaagde ons niet, nog minder herman de ridder's bijdrage, nog veel minder die van johannes over den ‘sneeuwman.’ Ook moet de redacteur-uitgever het tijdschrift niet misbruiken om zijne fondsartikelen op te vijzelen. Maar voor 't overige: in ieder huisgezin moet deze bibliotheek gevonden worden.
Nog een nieuw tijdschrift! De Christelijke Huisvriend, maandelijks 32 bladzijden, à 25 cents, op vrij zwaar, maar graauw papier; en de letter - kon ook beter zijn. Wat wil die vriend? Och, wat zoo menig tijdschrift van dien aard wil, b.v., het Christelijk Album. Daarop gelijkt het veel. De uitgever noothoven van goor heeft een schier ontelbaar tal predikanten bijeenverzameld, uit alle hoeken des vaderlands, uit alle kerkgenootschappen. Die schrijven nu voor hem een tijdschrift, dat eigenlijk niet uit losse albumbladen bestaat, maar meer volgens methode bewerkt wordt. Het is anders niet methodistisch. Het heeft rubrieken, zoodat ge er beter dan in 't Christelijk Album zult vinden wat ge bij iedere tijdsgelegenheid noodig hebt, b.v., Kersfeest, Jaars-verwisseling, Kindsheid van jezus, Kerkelijk Leven, het Christelijk Huisgezin, Lijden van jezus. Wij zullen over dezen vriend dus eerst kun- | |
| |
nen oordeelen, als hij in zijn geheel voor ons staat. Voor 's hands zeggen wij: hij is niet beter en niet slechter dan het Christelijk Album; nu misschien nog wat fleuriger, maar hij is ook zooveel jonger. Hij bevat goede, zeer goede stukken en - water-en-melk-lectuur; want die zeggen, dat dergelijke stichtelijke maandwerken alleen flaauw zijn, miskennen ze; hij valt nog wel al te veel in den preektoon; maar hij is van een goeden geest en kan nut stichten. De rijke gebruike hem bij het Christelijk Album; die maar f 3 'sjaars kan besteden, kan er om loten, welk van beide hij nemen zal. 't Is nu eens de tijdgeest om op deze wijze stichtelijk te werken; misschien voert oververzadiging van dergelijke lectuur tot lust naar iets anders en beters - en laten er dan maar duizend Huisvrienden, Albums, Evangelie-Spiegels enz. komen; hoe eer hoe liever kome
er alzoo een beter smaak! Afkeuren kunnen wij dit tijdschrift niet: daartoe bevat het te veel goeds; het hemelhoog verheffen nog minder: daartoe is het over 't geheel te alledaagsch. Wij wenschen den Heer noothoven van goor geluk op zijne speculatie en hopen dat de Huisvriend zooveel nut zal stichten als hij kan.
De Godsdienstige Beschouwingen, inzonderheid op Christelijke Feestdagen, naar het Hoogd. van spieker (Leiden, bij p. engels), zijn gemoedelijke overdenkingen in proza en poëzij. Zij behandelen de volgende onderwerpen: het Nieuwejaar, de Zondag, het Kersfeest, Goede Vrijdag, het Paaschfeest, de Hemelvaart van jezus, het Pinksterfeest, stille inkeering in onszelven, ter voorbereiding tot het H. Avondmaal, het H. Avondmaal. Veel aanbeveling verdient dit boekje niet. Nieuwe of kernachtige gedachten zou men vergeefs er in zoeken. De Vertaalster, eene vier-en-zeventig-jarige vrouw, mag op toegevendheid aanspraak maken, hoewel wij beter vinden, dat zij nu de pen aan krachtiger en meer geoefende handen overlate. Want de stijl laat veel te wenschen over; haar muzijkaal gehoor schijnt reeds wat verdoofd te zijn. De stichtelijke literatuur bezit betere produkten in dit genre, dan ons hier wordt aangeboden.
Radicale genezing van het klaauwzeer en rotkreupel der Schapen. Door a. halder hzn. Genees-, Heel- en Verloskundige te Beverwijk. Te Alkmaar, bij hermanus coster en zoon. 1856.
| |
| |
f :-50. - De poging van den Heer halder om zijne ondervinding aangaande de hier behandelde ziekte der schapen bekend te maken, is allezins loffelijk. - De prijs van het boekje als zoodanig is vrij hoog, maar toch dient de eigenaar van wolvee het zich aan te schaffen, althans wanneer hij nog geen middel weet tot genezing van het klaauwzeer. Geheel nieuw schijnt de thans voorgedragene bewerking niet te zijn, maar dat de door den Schrijver aangeprezene behandeling afdoende is, mag men voor zeker aannemen, en dat is dunkt ons al eene niet geringe aanbeveling.
Het Haarlemmermeer. Oorsprong, Geschiedenis, Droogmaking, Wegen en Vaarten, wijze van Bestuur van het Waterschap, Cultuur van den Grond. Twee voordragten in de Afdeeling Koophandel der Maatschappij Felix Meritis. Door Mr. p.j. amersfoordt. Te Haarlem, bij a.c. kruseman. 1857. - Het is ongetwijfeld aan iederen voorstander van den vaderlandschen landbouw zeer aangenaam, zoo veel belangstelling op dit gebied te zien als tegenwoordig allerwege wordt getoond, en al is de inhoud van het werk des Heeren amersfoordt al niet zoo veel omvattend als de Titel zou doen verwachten, (trouwens het zijn ook maar twee voordragten), dan kan toch deze uitgave hier en daar nut doen en aanleiding geven tot het vervolgen van dergelijke voordragten. De daarbij geopperde plannen zouden toch voor de executie nog wel eens gerevideerd en gelouterd worden, door de vele briefjes met het officiële ‘om berigt, consideratiën en advies,’ die er zouden worden aangehecht. Het moge wat tijd kosten, onnoodig ware het intusschen niet. Zie o.a. het plan, hoezeer niet van den Schrijver zelven, op bl. 29, om op Halfweg in plaats van den thans bestaanden duiker eene wipbrug te maken aan het einde der vaart.
Nuttige wenken komen er ook wel in voor, en waren, doch vooral blijven vele ingelanden met gelijken geest bezield als de Heer a., dan zeker ware de droogmaking des Haarlemmermeers een dubbele zegen voor ons land. Dan werd deze polder eene ware oefenschool voor den landbouw, en om zijne algemeene bekendheid en gelukkige ligging als het ware eene model-ontginning.
| |
| |
Gaarne juichen wij de poging toe om landbouwkundige onderwerpen te bespreken. Wij wenschen deze voordragten in veler handen, en aan vele lezers onder de ingelanden moed en kracht, om de als wenschelijk besprokene verbeteringen tot stand te brengen.
Mr. a. bogaers herdacht tollens in een Dichtstuk, dat bij g.t.n. suringar verscheen. Wij waren voornemens den lezer van ons tijdschrift niet meer lastig te vallen met de tollens-manie. Dat wij dit Dichtstuk vermelden is alleen ter eere van den gevierden Dichter van den Togt van heemskerk; doch wanneer bogaers een voor hem zoo weinig beteekenend vers dicht, hij die de gave der poëzij zoo ruimschoots bezit, dan is daarmede tevens onze stelling al weder verdedigd, dat de Dichter de stoffe tegen zich had.
De laatste dag van heemskerk's Beleg (1359), Historisch-Dramatisch Gedicht. Door w.j. hofdijk. Tweede Druk. Te Haarlem, bij de erven loosjes. 1857. - De Heer hofdijk is onbegrijpelijk vruchtbaar in drama's, en de Rederijkerskamers, hunkerend naar dramatische producten, slikken al de stukken met veel pleizier. De laatste dag van heemskerk's Beleg heeft daaraan ook zijn tweeden druk te danken, in een land dat anders niet zoo koopgraag voor drama's is. Het zou ongepast zijn, alles te herhalen, wat over hofdijk's drama's geschreven is; alleen om onzen pligt te doen zij den volke het heugelijk nieuws verkondigd, dat dit drama een tweeden druk beleefde.
Een Coup of de Huwelijksadvertentie, Schets voor Rederijkers. Door a.v.d. hoop jr'szoon. Te Amsterdam, bij l.f.j. hassels. - Zie hier het begin eener serie van dramatische stukken door den heer hassels uit te geven ten gebruike van reciteergezelschappen, in onzen tijd onder den naam van Rederijkerskamers bekend, ondanks het weinige dat zij met onze oude Rethorijkkamers gemeen hebben. Op den naam afgaande zou men veel goeds van deze dramatische schets verwachten; immers de Heer v.d. hoop heeft zich door zijne Daguerreotypen een welverdienden naam onder onze vaderlandsche Dichters
| |
| |
verworven; jammer dat deze schets onder meer latere gedichten van dien Heer hem niet in den eens verkregen roem handhaaft. De intrigue mist eenheid; de coup, die hier de ontknooping moest te weeg brengen, doet dit niet, maar zij wordt door den ijver van den Kruidenier van doorn volbragt. Voorts vinden wij het beloop van de intrigue onbeduidend en de versificatie verre van vloeijend. Wanneer het blijspel van den Heer p.a. van overeem, dat op de schets van den Heer v.d. hoop zal volgen, en waarvan de vier eerste bladzijden in dit nommer worden aangetroffen, de deugden bezit welke wij in den coup missen, en de gebreken mist welke wij hier vinden, zal de onderneming van den Heer hassels meer aanbevelenswaard zijn dan voor alsnog.
De Bloemenkorf, geïllustreerd met lithographiën naar beroemde meesters. Deel I, Aflev. I. Te Arnhem bij p.a. de jong. Al weer een nieuw maandwerk! zal ieder die deze zestien kwarto pagina's in handen krijgt, uitroepen, en wij moeten alle verbazing op dat punt wel billijken; want het aantal maandwerken is in ons land reeds zoo groot, en alle genres zijn er reeds zoo vertegenwoordigd, dat het ons een raadsel is hoe die allen nog een genoegzaam aantal lezers vinden. En nu, een nieuw, en, naar men volgens eene eerste aflevering mag oordeelen, een zeer middelmatig en gewoon tijdschrift! Wij hebben in deze eerste bladzijden van De Bloemenkorf niet veel te gispen, tenzij het de lithographie naar c. netschers schilderij ware; maar het maandwerk aanprijzen - niets geeft ons daartoe aanleiding.
Jaarboekje der Koninklijke Academie voor de Zee- en Landmagt. Zevende Jaargang. 1857. Te Breda bij broese en comp. Het voorwerk van dit Jaarboekje bevat, behalve den Kalender, Naamlijsten van het Personeel der Koninklijke Akademie enz.; de veranderingen welke in dat personeel hebben plaats gehad; eene numerieke Kathegorie-staat der Adelborsten en Kadets op den 12den November 1856; mededeeling van een Koninklijk besluit, tot toelating van vreemdelingen op de Akademie; vermelding van een geschenk van Z.M. aan de Akademie gedaan; eenige wenken betreffende de kostelooze toelating van
| |
| |
Kadetten op de Akademie, en eindelijk eene statistieke opgave van de resultaten van het examen der Adspiranten voor de Landmagt in 1856, benevens eene lijst van boeken door de Akademie uitgegeven.
Wij begrijpen niet waarom de redactie, in plaats van deze korte, drooge, op zich zelf staande vermelding en mededeelingen, niet liever eene korte geschiedenis geleverd heeft van het merkwaardige dat de Akademie in het verloopen jaar ondervonden heeft, zoo als die in de Studenten-Almanakken wordt aangetroffen. Wat zou daar schoone gelegenheid geweest zijn, om aan bezwaren tegen het een en ander publiciteit te geven! Of zou daardoor aan de militaire discipline te kort worden gedaan? Men voere ons niet tegen, dat er zulke bezwaren niet bestaan; - wij weten dit vrij zeker.
In het Mengelwerk vinden wij in de eerste plaats, een historisch verhaal, getiteld: Trouw aan den Koning, en uit het Hoogduitsch vertaald; wij gelooven dat het beter in het Leeskabinet of Europa op zijne plaats zou zijn dan hier; de overige stukken, als: Troost voor miskenden, wolfe voor Quebeck, De voorbereiding tot het adspiranten-examen, en vooral Stof tot denken, zijn hier geheel op hunne plaats, en bevatten veel behartigenswaardigs voor hen die den krijgsmansstand boven anderen gekozen hebben.
Wij wenschen dit Jaarboekje een goed debiet toe, en hopen het met het volgende jaar weder onder de vele uitkomende Jaarboekjes te ontmoeten.
De Reiswijzer voor Januarij 1857, uitgegeven te Amsterdam, bij p.c.l. van staden, c.z., is ons ter aankondiging toegezonden. Wij bevelen dit goedkoop en, voor zoo ver wij nagaan kunnen, vrij compleet maandboekje aan als nuttig voor ieder, en noodzakelijk voor houders van koffijhuizen, logementen, enz. Ééne aanmerking houde de Uitgever ons ten goede; zij betreft de rangschikking der logementen; wanneer deze voortaan niet alphabetisch, maar naar den rang welken zij innemen, worden gerangschikt, zal de opgave veel in doelmatigheid winnen. |
|