wereldoverwinnend (bl. 1, 14); spreekt van paulus als ‘de ware Heiden-apostel (l. de Apostel der Heidenen bij uitnemendheid) (bl. 12), enz. enz. Door deze slordigheid verliest het boekske voor een wat naauwkeurigen docent veel van zijne doelmatigheid als handleiding.
P.j. heerebrand heeft zelf beschreven en voor eigen rekening uitgegeven: Openlijke Verantwoording aan het Ned. Publiek, of het gevolg van de leidingen en raadgevingen van Mr. c.c.e. d'engelbronner. - Heerebrand is geen baas in het ontwikkelen en ontboezemen van zijne gedachten. De zaak zelve valt buiten onze beoordeeling, maar voor onze letterkunde zien wij hier weêr eene proeve, dat overtuiging nog niet welsprekend maakt, en dat overtuiging zonder welsprekendheid toch anderen wel overtuigen kan door de naakte, ofschoon dan ook gebrekkige mededeeling der waarheid.
Almanak voor Landbouwers en Veehouders, voor het jaar 1857; bevattende vele nuttige zaken om van den Landbouw en de Veeteelt de meeste voordeelen te trekken. Elfde Jaargang. Te Leeuwarden, bij W. Eekhoff. 1856. In kl. 8vo. XVI en 80 bl. f :-30. - Het komt ons voor dat sedert er zich meer landbouwers op toeleggen om den landbouw wetenschappelijk te drijven, er ook nog wel een nieuwe naam mogt worden uitgevonden, om deze te onderscheiden van hen die den ouden slender volgen, want nu kan men moeijelijk weten voor wie sommige producten onzer pers eigenlijk bestemd zijn.
Landbouwers eerste klasse toch mogen zeker eekhoff's Almanak wel lezen, maar zullen er toch niet veel uit opdoen: het meeste komt reeds elders voor: of het mogt wezen, dat er (waarschijnlijk in Friesland, in Holland kennen wij ze gelukkig niet) zulke liefhebbers van woordspelingen gevonden worden onder de wieders als waarvan op bl. 48 eene proeve wordt gegeven.
Hun poëtische aanleg zal ook door de voorkomende verzen weinig worden veredeld. Maar kan de Almanak toch goed zijn voor de landbouwers 2e en 3e klasse? - Dat is nu juist de zwarigheid: die lezen niets. Vindt de Uitgever door het debiet aanleiding om het dozijn jaargangen vol te maken, wij hebben er vrede mede, maar kunnen niet ontveinzen dat wij gaarne iets van ander allooi zagen. Iets aardigers, b.v., dan dat afscheid aan de ‘beste boeren’, die onbekrompen Almanakken komen koopen. (Zie bl. 78.)
De Gebroeders diederichs, te Amsterdam, bieden ons voor slechts vijftig cents aan: Nuttig Allerlei, Almanak voor Kantoor en Huiskamer. De titel is, naar onze meening, juist gekozen; want dat ons hier Allerlei wordt aangeboden, zal wel niemand ontkennen; en nuttigheid aan dat Allerlei ontzeggen kunnen wij niet. Het boekje beantwoordt aan den geest van onzen tijd; over vele, zeer verschillende zaken worden den lezer mededeelingen gedaan, en die moeten per se oppervlakkig zijn. De wijze waarop deze Almanak is uitgegeven, maakt dat het boekje er zóó uitlokkend uitziet, dat het bijna niet anders kan of het moet vele lezers vinden.