scheppen, maar zoo als ze werkelijk zijn. De Heer cremer begrijpt die roeping bij uitnemendheid, en laat zijne personen spreken en handelen, en het drama afspelen, zonder ons met afgezaagde tirades bezig te houden, of watersoepjes van moraal op elke bladzijde toe te dienen. Daarvoor betuigen wij hem dank, en zeggen van den Auteur, met betrekking van dit boek weder: ‘dat hij zich verdienstelijk heeft gemaakt.’
Maar wij schroomen daarom des te minder om op vele leemten te wijzen. In de eerste plaats vinden wij de handeling door wat te veel personen gedragen; in een werk als hetgeen wij hier beschouwen, kan men zoo vele détails brengen als men wil: de aanleg van het boek brengt dit mede; maar des te zorgvuldiger moet men zich voor overlading wachten. Het is eene dikwijls reeds opgemerkte fout, dat men door de invoering van te vele personen de aandacht van den hoofdpersoon aftrekt; en wanneer ook hier sils meer de hoofdpersoon gebleven ware, het zou de eenheid van het werk hebben bevorderd, en sils op den voorgrond hebben geplaatst, die nu dikwijls naar achteren wordt gedrongen door personen, welke voor de handeling niet gebiedend noodzakelijk waren. Het is de economie van een verhaal, de handeling zoo veel mogelijk tot weinige personen te beperken. Deze komen dan in het volle licht voor.
Wij prijzen gaarne de keuze der karakters, vooral der nevenfiguren: de familie papaver is allergeestigst gedacht en weêrgegeven, en deed ons aan de stastok's denken. Meinier, Jufvrouw krekel, trom, en de oude vrouw jac zijn mede goed gedacht, en voor de teekening der broesen, de micawber's van het boek, hebben wij dikwijls een bravo! over. De hoofdpersoon alleen - het is zeker geene kleine grief - boezemt echter niet zoo veel belang is. Hij is een beste jongen, dien men in het werkelijke leven graag zou voorthelpen, maar dien men in een boek niet belangrijk genoeg vindt. Men kan het inwendig streven en worstelen van den zoon des volks zeer goed wedergeven, men kan dat met vrucht doen; maar dat inwendige leven te beligchamen in een verhaal, is eene uiterst moeijelijke poging, die zelden met goed gevolg is beproefd. Zoo als sils nu is geteekend, boezemt hij ons te weinig belang in, en turen wij met veel meer genot naar de fiks geteekende nevenfiguren.