onder de afgezanten bij plegtige aangelegenheden, zoo als huwelijksverbindtenissen, condoleantiën, enz.; doch, men belastte hem met arbeid en portefeuilles, met eene zending naar Oost-Indië, zelfs later met het opperbeheer der Utrechtsche Hoogeschool, en voor geene dezer betrekkingen had hij eenigen anderen aanleg dan goede manieren en welwillendheid.’ - Van den invloed dien de Fransche Julij-omwenteling op de twee partijen in België uitoefende, wordt gezegd: ‘In de Zuidelijke Provinciën verbrak de band der Katholieken en liberalen; want de triumf door de laatsten in Frankrijk behaald, was geenszins eene zegepraal die de eersten bedoeld hadden. De Nederlandsche Regering kon derhalve, wat de geestelijkheid betreft, gerust zijn; maar zij was het tevens ten aanzien der andere partij, en beging daarmede eene onherstelbare fout. De oppositie der dagbladen, de aanhangers van de potter, zij die slechts kleine concessiën genoten en geenszins gelijk stonden met de Prelaten, die hun oogmerk bereikt hadden, bleven dus het vuur van tweedragt tegen de Regering aanblazen, en begrepen dat de tijd van handelen gekomen was.’ - De uitkomst heeft het zegel gedrukt op het oordeel dat wij hier lezen over het verblijf des Prinsen van oranje te Londen, en zijne onderhandelingen met het Londensche Congres: ‘Wij, die meer dan twintig jaren later de gebeurtenissen te boek stellen die wij beleefd hebben, maar thans, met dezelfde verkleefdheid aan het Huis van oranje, geene hereeniging op den voet van 1815 terugwenschen, voegen er alleen deze opmerking bij: dat men geene Prinsen, zelfs geene Prinsen van oranje, zonder mannen van wetenschap, als onderhandelaars naar Londen moet zenden, aangezien een sluwe en verstandige grijsaard als talleyrand, en een talent als lebeau, altijd veel sterker zijn dan
goedhartige en in ieder opzigt welmeenende Vorsten.’ - Ook over het Bestuur en de Bestuurders van onze Oost- en West-Indische Koloniën komt hier veel behartigenswaardigs voor.
Niet naauwkeurig is het omtrent de vermeestering van Java door de Engelschen gezegde op bl. 26: hunne landing had het verlies der hoofdstad en van het fort Meester Cornelis ten gevolge. Batavia, niet te verdedigen, gaf zich terstond over, en de bestorming en verovering van het fort (kamp) Meester Cornelis, waar janssens zijne magt bijeen had, en in welks verdediging de Majoor muller en Kapitein osman zich opofferden,