van eene exegese, die (bl. 14) Openb. xxii:18, 19 bezigt, als had de schrijver der Apokalypsis die woorden niet met betrekking tot dat boek alleen, maar met den blik op geheel de H.S. nedergeschreven? Wat van hem die zich godgeleerde noemt, maar schrijven kan: ‘naar Bijbelsche spreekwijze, zijn Gods Woord en H. Schrift synoniem en gelijkluidend, en wij dagen alle tegensprekers uit, om het tegendeel door den Bijbel te bewijzen’ (bl. 15)? Tegenspreker te heeten is niet uitlokkend. Toch nemen wij gerust den handschoen op. De strijd zal niet lang wezen. Zijn, naar bijbelsche spreekwijze, Gods woord en H. Schrift werkelijk uitdrukkingen van dezelfde beteekenis, dan volgt uit Joh. xvii:17 - dus op een grond aan den bijbel ontleend - dat jesus voor zijne jongeren zou gebeden hebben, dat God hen in de H.S. mogt heiligen! Of is niet, wanneer ‘de waarheid’ gelijkbeduidend is met ‘Gods woord’, en ‘Gods woord’ met ‘de H.S.’, ook de laatste uitdrukking gelijkbeduidend met de eerste? Doch reeds genoeg over het werk van iemand die, na (bl. 25) deze woorden van van koetsveld te hebben aangehaald: ‘Wat wij willen? De waarheid en niets dan de waarheid, de zuivere geschiedenis, die in plaats van een geheimzinnig, letterlijk ingegeven en onfeilbaar, een als uit den hemel gevallen boek, de levende Apostolische overlevering stelt’, enz. nog op dezelfde bladzijde durft schrijven: ‘Naar deze ontzettende uitspraak is de Bijbel een geheimzinnig boek, dus bijna onverklaarbaar als de orakelen der sybillen, een feilbaar, een als uit den hemel, op de wijze van een zwarten en onbekenden aërolith gevallen boek.’ Een schrijver feilbaar te laten heeten wat hij onfeilbaar heeft genoemd,
- wat hij van het ontstaan eens boeks zegt, op den inhoud daarvan toepasselijk te maken, - door tusschenvoeging van eenige woorden een ongunstigen glimp op de taal eens anders te werpen... wij willen die handelwijs niet qualificeren, maar stellen ons tevreden met den uitgever betere kopijen, het publiek gezondere lectuur, den heer james grondiger studie, naauwkeuriger exegese, juistere dialektik en eerlijker wijze van aanhaling toe te wenschen.
b.
v.h.