Het multum winne het ook hier van het multa, en de vraag is niet: hoe vele duizenden verzen de Dichter zong, maar: hoe hij ze zong. De Schrijver verheft zich zelfs tot in de hoogste vlugt zijner denkbeelden niet boven gemeenplaatsen, en geijkte uitdrukkingen.
Tollens' Begrafenis wijdt eerst uit over 's Dichters verdiensten, echter in zeer vlugtige trekken, en bij deze brochure verwachtten wij ook geene kritische beschouwing van zijn talent. De begrafenis wordt daarna beschreven, en niet vergeten hoe vele commissiën en autoriteiten, dáár, waar, volgens het stukje, den mensch het levendigst zijne vergankelijkheid herinnerd wordt, tegenwoordig waren. Daarna volgen de onderscheidene speeches in proza en poëzij. Wij wenschen die niet allen te doorloopen, maar hebben voor allen slechts één woord; het is dit: dat begrafenissen herdacht moeten worden in de binnenkamers, en niet door de uitgave van brochures; dat het daar gesprokene een woord is uit het hart tot het hart, en dat dit woord niet geschikt is voor de pers, of het snoeimes der kritiek! Curieus is echter het slot der poëzij van den Heer van rijswijck:
Wien 't Neêrlandsch bloed in d'aadren vloeit
Roert uw gemoedelijk woord niet langer,
Uw star rees op naar hooger licht; (n.b. eene ster die naar een licht oprijst!)
God had het oog op u gerigt,
Want voor Zijn troon ontbrak een zanger...
Maak, graver! nu den kuil maar digt.
Is de dichter van lucifer's rei dan geen zanger voor Gods troon? en is tollens de eenige poëet die dáár gekomen is? Slecht vooruitzigt voor den Heer van rijswijck! Het bevel aan den graver wekt hier geen traan, maar een schaterlach op het gelaat.
Op dit thema: maak de kuil digt, slaan de Pendanten, door een Amsterdammer uitgegeven, die daarop terug komt naar aanleiding van een artikel in De Tijd. Het stuk is curieus; de kuil moet digt, omdat de nijd van verre staat, en toch redeneert men lang, en eindigt met den regel:
Rijswijck! - nn de grafkuil digt!
Laat het gevoel toch nooit dienen om de pers werk te verschaffen; beiden lijden daar schade door, het gevoel en de pers!
a.