wisseling? Ja, dàt alles was voor ons mythologie, en eene der schoonste bladzijden van het leerboek der schepping, namelijk “de mensch”, bleef voor ons gesloten. Trachte een iegelijk onzer dit nog te verhelpen.’
Achtereenvolgens worden in veertien Hoofdstukken de volgende onderwerpen behandeld: ‘Verschillend leven in de Natuur. - Grondstoffen der bewerktuigde Natuur. - Voedsel en spijsvertering. - Bloed. - Bloedsomloop en ademhaling. - Het menschelijk ligehaam. - Spieren, zenuwen, hersenen. - Afscheiding en natuurlijk verval. - Gezondheid en ziekte. - Voedsel in betrekking tot de gezondheid. - Het drinken in betrekking tot de gezondheid. - Lucht, baden, en beweging. - Invloed van het klimaat op de gezondheid. - Toepassing. Aanteekeningen.’ Uit deze opgave blijkt, dat het aan geene verscheidenheid ontbreekt, en dat de Schrijver evenzeer gepoogd heeft om den physiologischen grondslag, waarop elke Gezondheidsleer steunen moet, te doen kennen, als om de voornaamste onderwerpen, welke tot de bijzondere gezondheidsleer behooren, naar de mate onzer tegenwoordige kennis, afzonderlijk te behandelen, en door voorbeelden op te helderen. Wat de orde betreft, ware het, onzes inziens, geleidelijker geweest, om aan de beschouwing van ‘het menschelijk ligchaam’, die thans den inhoud van het zesde Hoofdstuk uitmaakt, de plaats van het derde Hoofdstuk aan te wijzen, en haar dus aan de beschrijving van het bloed, den bloedsomloop, enz., te laten voorafgaan. Verder blijkt ons uit den inhoud, dat de Openbare Gezondheidsleer, die zich met de bevordering der algemeene gezondheid en met het wegnemen der hinderpalen, waardoor deze benadeeld wordt, bezig houdt, van de taak des Schrijvers bleef uitgesloten, hoewel daaromtrent in het laatste Hoofdstuk eenige algemeene denkbeelden worpen medegedeeld. De voornaamste aanmerking, die steller dezes op het verdienstelijk boekje van den Heer de bruyn kops maken moet, is hierin gelegen, dat er somtijds, ten koste der duidelijkheid, een al te groote rijkdom van zaken wordt aangetroffen. Men leze, b.v., wat er op bl. 9 over de koolstof en hare, bij verbranding plaats hebbende, verbinding met de
zuurstof (hier minder eigenaardig een ligt gas genoemd) gezegd wordt. Gelijk deze en eenige andere plaatsen, door vermelding van te vele bijzonderheden, en derhalve door overlading