en, eindelijk, van de roeping van het Protestantisme in onze dagen; maar zij hebben ook aan de beantwoorde telkens een aanzienlijk getal van onbeantwoorde of losse vragen toegevoegd, met verwijzing soms naar gepaste Bijbelteksten, en leveren aan het slot eene menigte van wèl gekozen bewijsplaatsen uit de belijdenisschriften der Roomsche Kerk, ten einde het verwijt te ontgaan, als of zij hare leer min juist hadden opgegeven. Dit kleine boekje bevat alzoo in goede orde een grooten rijkdom van zaken. Het vereischt echter tevens bij het gebruik een bekwamen onderwijzer, die de noodige toelichtingen geeft. En verrassend is het berigt, dat de Opstellers zich hebben voorgenomen, om op dit leerboekje een meer uitgewerkt, populair geschrift te laten volgen, hetwelk als handleiding of leesboek er bij gebruikt zal kunnen worden.
Op gewone katechisatiën zal men, tenzij in bijzondere gevallen, of bij enkele vergevorderde leerlingen, dit boekje niet kunnen invoeren. Het schijnt bestemd te zijn om Roomschgezinden, die onderrigt begeeren, volledig in te lichten. Het komt ons echter daarvoor geleerd genoeg voor. Sommige antwoorden zij ook te lang, van zes à acht regels, om van buiten geleerd te worden. En de Roomschgezinde heeft regt, om te vragen, welke Protestantsche Kerk hier tegenover de Roomsche geplaatst is. Dat er onder de Protestanten verschillende rigtingen en kerkvereenigingen bestaan, wordt slechts in 't voorbijgaan opgemerkt, en van hunne belijdenisschriften, geplaatst tegenover de Roomsche, wordt met geen enkel woord gewag gemaakt. Alleen het Protestantsch grondbeginsel, dat geene andere gehoorzaamheid dan aan christus alleen vordert, en den Bijbel alleen voor kenbron en toetssteen der Christelijke Godsdienst erkent, staat op den voorgrond. Wij keuren dit niet af, en zouden het zelfs in geenerlei opzigt anders wenschen; maar meenen toch, omdat er op den titel gesproken wordt van Roomsche en Protestantsche Kerkgenootschappen, dat er iets méér had moeten gedaan zijn, om voor den onderzoeklievende en heilbegeerige den tegenwoordigen staat van zaken onder ons, Protestanten, toe te lichten. Hoe dit echter ook zij, het boekje verdient algemeen verspreid te worden, kan vooral in handen der Evangelische Maatschappij uitgebreid nut stichten, en eindigt met deze vredelievende en verzoenende stelling: ‘Wanneer Roomschen en Protestanten