uit de afgelegde verklaringen bij de gezworenen, of naderhand bij de Leden van 't Hof, slechts vermoeden van moedwillige brandstichting ontstaan ware, en er wel bezwaren ten nadeele van den beschuldigde waren gerezen, zoodat men inzag, dat hij wel de dader zou kunnen zijn, zou men hem dan reeds dáárom alleen hebben veroordeeld? Zeker neen! want er is slechts intime convictie, wanneer het den Regter overtuigend gebleken is, dat er misdaad is gepleegd, en zulks door den beschuldigde. - Maar de Schrijver wilde ook slechts, bij uitzondering, eenen beklaagde in ordinair proces ontvangen, zoodat er tegenover den openbaren aanklager een verdediger optreedt. In den regel wenschte hij geene regtsgeleerde verdediging. Daarom zet hij ook in dezen al de gronden van den Procureur-Generaal breedvoerig uiteen, maar van hetgeen daartegen is ingebragt zwijgt hij bijna geheel. Hij vergoelijkt het scherp examen, in den goeden ouden tijd gebruikelijk, toen de regters nog als vaders straften.
Ja! er zijn lieden, die een vaderlijk gouvernement, eene vaderlijke strafvordering en strafoefening willen. Men verstaat daardoor, dat de Overheden aan wet noch regel zoo gebonden zijn als thans, maar dat zij handelen naar hetgeen hun hart hun ingeeft. Maar wij vragen: Bestaat er dan tusschen regenten en onderdanen, tusschen regters en beschuldigden, die natuurlijke band, welke de ouders met hun kroost vereenigt, en de oorzaak is, dat kinderen, in die van hooger hand ingeplante toegenegenheid der ouders, voor zoo veel deze laatsten niet ten eenemale ontaard zijn, eenen waarborg hebben tegen misbruik van magt; eenen waarborg, sterker, dan alle menschelijke staatsregelingen en wetboeken? - Ieder zal inzien, dat zulk een natuurlijke band tusschen overheden en onderdanen, regters en aangeklaagden, niet bestaat, maar vandaar ook de behoefte aan wetten, tot bescherming der persoonlijke vrijheid.