Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1846
(1846)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijMazuren.Men behoeft niet naar andere werelddeelen te reizen, om schaars bekende landstreken op te sporen; zelfs een deel van Pruissen, te weten Mazuren, in het vorige jaar door den Koning bezocht, is zoo goed als onbekend. De armere lieden wonen er gedeeltelijk, als Troglodyten, in hutten van leem, die aan en in de bergen gebouwd zijn. Deze woningen bevatten doorgaans maar één vertrek, dat tevens tot verblijf aan de hoenders en 's winters ook aan de ganzen, varkens, kalveren, schapen, honden, kortom aan alwat op de boerderij leven ontvangen heeft, moet dienenGa naar voetnoot(†). Het wordt op | |
[pagina 450]
| |
deze wijs een allerliefelijkst vereenigingspunt van rook, vuil, stank, en van een oorverdoovend mengsel van allerlei geluiden, geschreeuw, gekakel, gekwaak, geblaat, geknor, geblaf en gesnork. Het mobilair van zulk eene woning, die door een paar dofgewordene kleine venstertjes van een spaarzaam schemerlicht voorzien wordt, is uiterst eenvoudig: eene tafel, eenige langs den wand geplaatste banken, eene andere bank aan de geweldig groote, uit leem gevormde kagchel, eene wijde bedstede, waarin man, vrouw en kinderen bij elkander slapen. Beddengoed is een bij het meerendeel der inwoners onbekend ding; men slaapt op stroozakken, of ook op het losse stroo; een spiegel is eene ongehoorde weelde; een uurwerk wordt nergens gevonden, en niemand weet er zich naar te rigten. In de winteravonden wordt het vertrek door een vuur van rijs verlicht; ook worden wel brandende pijn-splinters of zoogenaamde kien-spanen in eene spleet van den muur vastgestoken, om zich op deze wijze licht te verschaffen. Van olie weet men niets; bij hooge feesten verschijnt wel eens eene dunne vetkaars. Gestookt wordt er des winters overmatig sterk, zoodat de groote kagchel aanhoudend gloeit, en de kinderen moedernaakt in de kamer rondloopen. Het bouwen van zulk een heerlijk woonverblijf kost soms niet meer dan 5 thalers, wijl men elkander weêrkeerig daarbij helpt en het gebouw geen ijzer hoegenaamd bevat. De armsten eten hunne aardappelen zonder vleesch en zonder vet, niet zelden ook zonder zout. Koffij wordt in geene dier huishoudingen gebruikt, er er zijn geheele dorpen, waarheen sedert menschengeheugen geen koffijboon en geen stukje suiker verdwaald is. Thee, chocolade en specerijen zijn er aan velen niet eens bij naam bekend. |
|