Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1846

Opmerkelijke moordontdekking.

Ruge verhaalt, in zijn werkje: Twee jaren te Parijs, het volgende geval: Op zekeren avond, dat het aanhoudend regende, had eene oude vrouw in de Champs Elysées onder eenen boom eene schuilplaats tegen het weder gezocht. Het was laat en begon donker te worden. Zeer digt bij haren boom, zoodat zij nog de gelaatstrekken onderscheiden kan, houden twee manspersonen eenen derde aan en vorderen zijne beurs. Hij heeft slechts een vijf-francs stuk en geeft dit zonder tegenkanting over; dit is echter den roovers niet genoeg, en zij besluiten hem te vermoorden en zijn lijk naar

[p. 449]

de Morgue^(*) te brengen, om daarvoor de vastgestelde premie van tien franes te bekomen. Hartroerend smeekt de ongelukkige om zijn leven; maar zij luisteren naar zijn bidden niet, en vermoorden hem wreedelijk, bijna aan de voeten der oude vrouw, die, in onuitsprekelijken angst, getuige van dit vreeselijk tooneel moet wezen. Naauwelijks zijn de twee mannen met den doode weg, of zij snelt naar de policie, en verhaalt het akelige voorval, dat haar bejegend is. De policiebeambte neemt haar met zich naar de Morgue, en scherpt haar in, hem een teeken te geven, wanneer zij de moordenaars herkennen mogt. Tevens had hij voor getuigen gezorgd. In den loop van den ochtend verschijnen werkelijk de moordenaars met het lijk en vorderen hunne twee vijf-francs stukken. ‘Dat is zoo,’ zegt de beambte, ‘die komen u toe; hier hebt gij ze,’ en met deze woorden legt hij één vijf-francs stuk op de tafel. De moordenaars merken aan, dat zij er twee moeten hebben. ‘Die hebt ge,’ antwoordt de agent; ‘hier dit stuk, en dan het andere, dat gij bij hem gevonden hebt.’ De roovers schrikken, geraken van hun stuk, en vallen, om genade smeekende, op de knieën. Zij worden weggeleid. - Dit tooneel, en tot schouwplaats de Morgue; men kan niets bedenken, dat schrikwekkender is!

(*) De plaats, waar, te Parijs, de gevonden lijken van onbekende personen ten toon gelegd worden.