eenen schilder, was het voorbehouden, den ouden soldaat deze zoo welverdiende, zoo regtmatige onderscheiding te verschaffen. Horace vernet, gedurende zijn verblijf in Afrika door de krachtige trekken en de krijgshaftige houding van den ouden grognard getroffen, droeg zijn beeld over op het doek, dat de gedachtenis aan de opligting der Smala moet vereeuwigen, en schilderde hem, om zijn voorkomen in de uniform op eene gepaste wijs te voltooijen, een eerekruis op de borst, gelijk het dan ook inderdaad aldaar volkomen op zijne plaats zou geweest zijn. Kort vóór zijne reis naar Engeland nu trad, op zekeren dag, Koning lodewijk filips in vernet's werkplaats te Versailles, waar deze juist bezig was de laatste hand aan dit slagtafereel te leggen. De Koning bragt den schilder verscheidene lofspraken toe over de schoone soldatenkoppen, die in de onderscheidene groepen van het stuk bemerkbaar zijn, en, op het beeld van schombert wijzende, zeî hij: ‘Dit zeker is een portret.’ - ‘Ja, Sire,’ hernam vernet; ‘schombert is een dapper soldaat uit den Keizertijd, wiens naam sedert twaalf jaren in Afrika met onderscheiding genoemd wordt, en die nog onlangs, bij de opligting der Smala, bijzonder heeft uitgemunt. Ik meende, dat hij het kruis ontvangen had, tot hetwelk hij sinds lang is aanbevolen geworden; maar tot mijn leedwezen heeft men mij heden morgen gezegd, dat ik het kruis op schombert's borst weder moest uitvegen.’ - ‘En ik magtig u,’ viel de Koning hem in de rede, ‘het er op te laten!’ Nog denzelfden dag werd de oude soldaat tot ridder van het legioen van eer benoemd.