vreeselijkste wijs uiteengeschokt en gekneusd wordt, en zulks wel vooral, omdat de wielen nimmer eenen overal gelijken diameter hebben. De postpaarden zijn alle afgejaagd en half verhongerd. De pleisterplaatsen, dorpen, ja zelfs de steden, door welke men komt, bieden weinige gemakken aan. Proviandeert men zich niet genoeg daar, waar zulks mogelijk is, zoo moet men menigmaal honger lijden. Zelfs Tiflis, de hoofdstad van het land, heeft voor dengeen, die cr vertoeven moet, weinig aanlokkelijks, ofschoon het aan hem, die langen tijd een Nomaden-leven geleid en menige levensbehoefte heeft moeten ontberen, een tweede paradijs toeschijnt.
Eene der grootste plagen voor de reizigers is hier het ongedierte van alle mogelijke soort. Vele Transkaukasische steden, zoo als Lenkoran, Baku, Derbent, Nahitschewan en Eriwan, worden vreeselijk door muskitos gekweld, eene soort van kleine, naauwelijks zigtbare muggen, welker giftige beet de huid doet zwellen en een ondragelijk jeuken te weeg brengt. Tasten vele dier pijnigers te gelijker tijd iemand aan, zoo stellen zij hem zoodanig toe, dat hij weken lang schier onkenbaar is. Andere plaatsen, gelijk Saljan en Kisljar, die rijk aan riet en water zijn, bezitten ontelbare zwermen gewone muggen; nog andere hebben milliarden van kamervliegen, in gedaante aan de onze gelijk, maar hier van zoo boosaardige natuur, dat zij den mensch dag noch nacht een oogenblik rust gunnen. In de stad Derbent is zulk eene menigte schorpioenen, dat men ze niet zelden in de bedden vindt rondkruipen.
Ik wil deze schets besluiten met mijnen landslieden eenen raad te geven, dien ik bij mijn veeljarig verblijf in den Kaukasus proefhoudend bevonden heb. Bij het reizen door deze landstreek is het een volstrekt vereischte, met zeer goede wapenen voorzien te zijn; reeds het gezigt daarvan boezemt aan al deze bergstammen ontzag in, want ook zij zijn omtrent het sterven niet onverschillig. Slechts dàn besluiten zij tot open aanval, wanneer hunne meerderheid in getal, of hunne betere wapenen, hun eene goede uitkomst verzekeren; daarentegen zullen zij niet ligt iemand aantasten, die moed toont en goed gewapend is. Ziet men van verre, in eenigen bergpas, lieden van een verdacht voorkomen naderen, zoo moet men volstrekt door geen gebaar vrees verraden; men houde zijn geweer klaar, maar neme