zijner voordragt, die bijzonderen indruk moeten maken, keert Sir robert peel zich tot zijne aanhangers, en werpt hun de krachtwoorden toe, die dan natuurlijk niet missen, door het hoort! hoort! gevolgd te worden.
Lord stanley kan men het bij den eersten blik aanzien, dat hij partij is en partij trekt. Het heilige vuur van geestdrift en hartstogt heeft hem doorwoeld en verdroogd. Hij spreekt heftig, maar niet onsierlijk; hij grijpt zijne tegenstanders man tegen man aan, en schroomt niet, hun de hardste waarheden onverbloemd en scherp in het aangezigt te werpen.
Lord john russell is een klein manneken, dat ons lamennais en börne herinnert. Zijne voordragt is onaangenaam, eenigzins verward, en gerekt. Zijne kleine gestalte heeft het gewone voordeel der kleinte niet, want ondanks hare geringe grootte is zij plomp. Gedurende zijn spreken gaat Lord russell regelmatig twee schreden achterwaarts en dan, na eene poos, weder twee schreden voorwaarts. Hapert hij een oogenblik, zoo helpt hij zich met beide de handen, ze al slingerende voor- en achterwaarts bewegende, en niet, als de wieken van een' molen, achtereenvolgend, maar beide te gelijk, als de draadpoppen. Dit geeft den edelen Lord dan een vrij kluchtig voorkomen. Aan talent staat hij ontegenzeggelijk beneden Sir robert peel, en even zoo, aan vuur, beneden Lord stanley.
Lord palmerston draagt den Lord reeds op zijn hoog en open voorhoofd geprent. Het is een schoon man, met vrijen, stouten blik; doch zijne voordragt is belemmerd, menigmaal stotterend; hieruit verklaart het zich, hoe hij, tijdens hij Minister was, zich somtijds met een paar dubbelzinnige phrasen uit de verlegenheid wist te redden; maar als lid der oppositie is dit niet genoeg. Zijne taal is meestal trotsch en overmoedig, zoo als over het algemeen zijne staatkunde zulks was, en zoo als zijn voorkomen het aanduidt.