Over Gewaarwording en Gevoel; of Bijdragen tot de kennis van onszelven. Door Jacob Theodoor Büser, Phil. Theor. Mag. Lit. Hum. Doct., gepensioneerd Officier en Griffier bij het Kantongeregt te Zwolle. Te Zutphen, bij W.C. Wansleven. 1845. In gr. 8vo. VIII, 214 bl. f 1-90.
Er is eene soort van geschriften, waaraan men moeijelijk eenen bepaalden naam kan geven; het zijn die vruchten van eene zoogenoemde populaire wijsbegeerte, die, met een' godsdienstigen geest bezield, over zede- en menschkundige onderwerpen vertoogen wil leveren. Wijsgeerigzedekundige verhandelingen kan men die niet noemen; hiertoe zijn zij te oppervlakkig, bevatten zij te veel algemeen bekende bijzonderheden en te vele uitspraken, die men gerust gemeenplaatsen kan noemen, die niemand kan of zal tegenspreken, maar die ook niemand treffen, of eenigen indruk op den lezer uitoefenen. Nog veel minder zedekundige gedachten, die door nieuwheid van gezigtspunten en oorspronkelijkheid van behandeling, door geestigheid van wendingen, puntigheid van stijl en fijnheid van opmerking met veelzijdigheid van wereld- en menschenkennis gepaard, moeten uitmunten, om voor den man van smaak en de fijn beschaafde vrouw geene vervelende lectuur te worden, waardoor men al geeuwende het boek ter zijde legt.
Men kan deze algemeene opmerkingen voor een groot