mium, gebruik gemaakt van de bekende uitdrukkigen eenledige, twee-, drie-, vier- en veelledige vorm? waarom, bij het vermelden der drie verschillende wijzen van oplossen der vergelijkingen met twee onbekenden, § 171, 172, 173, de voorkeur gegeven aan de woorden Eliminatie, Substitutie en Egalisatie der Coëfficiënten, boven de bekende, verdrijving, in de plaats stelling en gelijkmaking der Coëfficiënten; daar de Heer baudet § 181 teregt de woorden tweede magts- en derde magtswortel boven die van quadraats en cubuswortel verkiest?
Eene tweede aanmerking geldt de bepaling van den Heer baudet, over de tweedemagtsvergelijkingen en derzelver onderscheiding in zuivere en onzuivere. Volgens hem zijn ‘tweedemagtsvergelijkingen die, welke, na behoorlijke herleiding, de tweede magt der onbekende bevatten;’ als voorbeeld eener zuivere tweedemagtsvergelijking noemt hij x2 = p, als voorbeeld eener onzuivere x2 + px = ± q. Naar het oordeel van Rec. zoude de onderstaande bepaling en onderscheiding de voorkeur verdienen. Eene tweedemagtsvergelijking is die, waarin, behalve de onbekende in de tweede magt, ook nog die in de eerste magt voorkomt; zij worden onderscheiden in volledige en onvolledige, volledige zijn van den vorm: x2 ± ax = ± b en onvolledige x2 = ± b.