De Dochter van den Dorpsleeraar. Naar het Zweedsch uit de papieren van Oom Adam. Te Amsterdam, bij de Wed. L. van Hulst en Zoon. 1845. In gr. 8vo. 236 bl. f 2-50.
Als op den titel van eenen roman tegenwoordig staat: uit het Deensch, Zweedsch of Noordsch, dat is voor het groote publiek al aanbeveling genoeg. En schoon Rec. er verre van verwijderd is, om met al die Noordsche lectuur even hoog ingenomen te zijn, erkent hij toch gaarne, dat er doorgaans veel goeds in te vinden, en dat de strekking meestal lofwaardig is.
Het boek van Oom adam kenmerkt zich in dat laatste opzigt ook bijzonder gunstig; als roman zal het misschien velen onvoldaan laten, en zullen zij vooral over het einde zich ontevreden verklaren. Maar een eenvoudig tafereel, uit het leven geput, eene goede schildering van onderscheidene karakters, eenen goeden geest, die alle zal men er niet te vergeefs zoeken. Oom adam is ons daarom ook wel-