den ongenoemden Schrijver, die hier optreedt, wel geen onregt, wanneer wij, daar zulk een kenmerkend onderscheid van behandeling ons niet in het oog gevallen is en ook in zijn plan niet schijnt te liggen, hem verre beneden zijne voorgangers stellen. Onzentwege had dit geschrift zonder eenige schade kunnen achterwege blijven.
Maar het is nu eenmaal in het licht verschenen, en ons oordeel over den inhoud en den vorm wordt gevraagd. Wij aarzelen niet te erkennen, dat wij over het algemeen in dit eerste Stukje veel goeds gevonden hebben. Het is met zorg en naauwkeurigheid bewerkt, en niet zonder genoegzame kennis van zaken. De geschiedenis wordt aaneengeschakeld voorgedragen, en tot opheldering wordt het noodige daaraan toegevoegd. Doorgaans worden de eigene woorden der gewijde oorkonde, cursief gedrukt, opgegeven. In zooverre prijzen wij dit geschrift. Ouders en leermeesters kunnen het, van dien kant beschouwd, gerust aan hunne kinderen en kweekelingen in handen geven. Deze zullen er, bij oordeelkundig gebruik, vrij wat uit leeren. Maar overigens schijnt het ons toe, dat de trant van behandeling en de vorm in menig opzigt veel te wenschen overlaten. Reeds mag het bevreemding wekken, dat de opgave van de verschillende gevoelens der geleerden hier en daar geschied is zonder eenige bijgevoegde keuze uit dezelve. Waartoe, bijv., de quaestie over de zoogenaamde scheppingsdagen zoo uitvoerig vermeld, bl. 2, 3, het verschil van gevoelen over het spreken der slang, Gen. III, bl. 11, 12, in het breede opgegeven, enz.? Ook ontbreekt de pragmatische behandeling der geschiedenis (door den Schrijver, in het voorberigt, bl. XII, met de practische aanwending verward) bijkans geheel. Op de oorzaken, bedoelingen en uitwerkselen der gebeurde zaken wordt weinig acht geslagen. De gebeurtenissen worden slechts verhaald, zoo als zij zijn voorgevallen, zonder meer. Soms ook stuitten wij op minder duidelijke of onjuiste voorstellingen, zoo als bijv. het verband, dat er is tusschen Gen. I:1 en het overige scheppingsverhaal, niet helder in het licht gesteld, en jacob's gedrag