De Westfriezen in 1573, door W. Storck. Te Groningen, bij W. van Boekeren. 1846. In gr. 8vo. 327 bl. f 2-90.
Een nieuw romantisch verhaal van een' Schrijver, die reeds door andere voortbrengselen zijner pen bewezen heeft, dat hij in dit genre niet alleen goed te huis is, maar waarin hij tevens toonde een goed kenner en verdienstelijk beoefenaar onzer geschiedenis te zijn. Een roman van zulk eenen Schrijver neemt men voorzeker met gretigheid in handen. Ref. deed dit ook de Westfriezen; zette zich aan het lezen, maar werd in zijne verwachting te leur gesteld. Hoewel ons de vroegere romans van den Heer storck, met name de verrassing van Harderwijk en het beleg van Steenwijk, zeer goed zijn bevallen, zoo moeten wij thans erkennen, dat zulks met dit werk in geenen deele het geval is. De geschiedenis der Watergeuzen en die van het beleg van Haarlem, waarvan de Schrijver voor zijn verhaal, van de eerste wat meer dan van het laatste, heeft gebruik gemaakt, zijn door anderen op zulk eene voortreffelijke wijze, hetzij bloot historisch, hetzij romantisch, voorgesteld, dat alles, wat daarover, zoodra de geschiedenis er niet door wordt opgehelderd, nog wordt geschreven, wel als schier overtollig kan beschouwd worden. Bovendien zijn de bijzonderheden van den geheelen worstelstrijd tegen Spanje reeds zoo dikwijls in een romantisch gewaad gestoken, dat er thans weinig nieuwe gezigtspunten voor den Romanschrijver zijn overgebleven, en het dan ook, bij de ontwakende zucht, om de geschiedenis des vaderlands in meer degelijke werken te lezen, waarlijk tijd wordt, aan het inkleeden der geschiedenis een einde te maken.
Ook op het romantische gedeelte valt niet te roemen. Des Schrijvers liefhebberij schijnt, zijne tafereelen door eene menigte vechtpartijen af te wisselen. Het verhaal is zeer alledaagsch, heeft volstrekt geene verrassende uitkomsten, boeit den lezer weinig, terwijl de karakters en handelingen der personen op vele plaatsen hoogst onnatuurlijk zijn geteekend.
Druk en uitvoering zijn goed en het vignet versiert den titel.