en hart, dan de gewone romans geven. Het verhaal is afgewisseld met natuur- en kunstbeschrijving, niet met beschouwingen uit den mond en in den persoon der Schrijfster zelve, maar uit die van hare heldin, een jong, nog ongeoefend en ongekunsteld meisje, dat met hare familie Italië bezoekt. ‘De Schrijfster,’ zegt de voorrede, ‘zoekt den invloed te schetsen, dien het aanschouwen van de schoonheden van natuur en kunst op een beminnelijk, onbedorven karakter hebben moet. Zij wil aantoonen, hoe zeer het gevoel voor het schoone het genot des levens kan en moet verhoogen, maar ook tevens de edelste vermogens van geest en hart ontwikkelt en heiligt.’ Zij heeft tot hare teekening karakters uit het werkelijke leven gegrepen, en schoon hare personen slechts weinige in getal zijn, zij geven aanleiding genoeg tot onderscheidene teekening, wier natuurlijkheid de belangstelling boeit en het geheele boek tot eene even onderhoudende als meer degelijke lectuur maakt. Men volgt de Engelsche familie, wier leden zoo verschillend zijn van aard, gaarne op hare togten, bij hare reisontmoetingen, bij eva's beschrijvingen van het land of van de kunstschatten der onderscheidene plaatsen. De eenvoudige geschiedenis, die hier de intrigue uitmaakt, geeft gelegenheid tot eene treffende ontwikkeling der onderscheidene karakters; terwijl stijl en schrijftrant de bekwame Vrouw kenmerken.
Ongaarne zagen wij dit boek onder den gewonen stroom van romans verzinken. Het verdient een beter lot, en zal, vertrouwen wij, dat ook onder ons vinden. Terwijl het onderhoudend genoeg is voor den gewonen romanlezer, geeft het toch iets meer, dan men in dergelijke boeken doorgaans aantreft, aangename herinneringen, vernieuwde indrukken van 't geen vroeger gezien of uit beschrijvingen bekend is, wenken voor verstand en hart beide, die opmerking en behartiging verdienen, en wij gelooven niet, dat men ligtelijk onvoldaan dit boek uit de hand zal leggen. Wij bevelen het gaarne en boven vele werken van uitspanning algemeen aan.