Gedenkschriften van Oom Zebra, uitgegeven door E.M. Oetinger. IIde Deel. Te Amsterdam, bij M.H. Binger. In gr. 8vo. 307 bl. f 2-70.
Reeds bij onze aankondiging van het eerste Deel velden wij ons oordeel over dit werk, en wij vragen nog: cui bono? Maar het ging ons bij de lezing van dit tweede en, zoo wij gelooven, laatste Deel, gelijk het wel eens gaat bij de ontmoeting van eenen Harlequin, die den ernstig gestemde aanvankelijk door zijne grappen ergert, maar toch eindelijk in eene goede luim brengt, en het daardoor zoo naauw niet doet nemen. De Schrijver is een onderhoudend verhaler, en de lezer, die niet geheel afkeerig en onvatbaar is voor het vermaak, hetwelk de behandeling van een zoo materiëel onderwerp, als lekker eten en drinken is, kan opleveren, zal zich met dit werk niet zonder genoegen bezig houden.