geteisterd. Op eene uitnoodiging, door den Uitgever aan de meest geliefkoosde letterkundigen (zoo als in het korte berigt van den Uitgever aan den lezer een weinig taxatoir wordt gezegd) gerigt, ontving deze en de Verzamelaar zulk een groot aantal bijdragen, dat sommige, uithoofde van plaatsgebrek, aan de Auteurs zijn moeten worden teruggezonden.
De prozastukken, die wij hier aantreffen, zijn door de Heeren p. van limburg brouwer, lublink weddik, robidé van der aa, j.b. christemeijer, w.h. warnsinck, bz., henriette maria l., boudewijn zelv' en d. veegens geleverd. De Heeren k.k. meppen, e.w.v.d.v.i., j. van lennep, a. clavareau en vele anderen droegen voor het poëtische gedeelte het hunne bij.
Over de verschillende waarde der hier geplaatste bijdragen zullen wij niet zeer breedvoerig zijn. De namen van onderscheidene schrijvers zijn reeds waarborg genoeg, dat men hier veel onderhoudends en nuttigs zal kunnen vinden; en al zijn sommige stukken ook elders reeds geplaatst, men ontmoet ze toch bij vernieuwing met genoegen weder. Onder de verhalen bevielen ons die van christemeijer, robidé van der aa en warnsinck het best.
De voorlezing van den Heer d. veegens: het kleine Europa beheerscht de wereld, is vooral een wèlgeschreven en belangrijk, hoogstlezenswaardig stuk, dat wij den voorrang geven boven dat van Prof. van limburg brouwer, wiens redevoering, over de verderfelijke gevolgen van de navolging der natuur, in een' zedelijken zin genomen, voor ons iets duisters heeft, en wiens hier en daar langgerekte volzinnen en groot aantal tusschenzinnen en tusschenredenen (parenthesen) en herhalingen derzelfde woorden, om den afgebroken zin weder aan te knoopen, ons niet konden behagen. Ons bestek gedoogt niet, dit met proeven te staven; maar bl. 12 en andere kunnen hiervan, zoo wij meenen, wel ten bewijze verstrekken. Het laatste gedeelte, waarin de verderfelijke gevolgen zeer overtuigend worden aangewezen, maakt echter, dat wij bij het, naar ons inzien, minder gelukkige gedeelte dezer redevoering niet langer stilstaan. Het zij genoeg, dat, wat de Hoogleeraar hier levert, vele hoogst belangrijke wenken voor menschenkennis en levenswijsheid bevat.
De Eerw. lublink weddik treedt hier in zijn' gewonen