lijk genoodzaakt, tegen zijn' wil eenige concessiën te doen aan eenen volksgeest, dien hij volstrekt niet wist te leiden. Het ministerie van martignac, dat met eene wijze en voorzigtige gematigdheid de regten des volks met die van de kroon in overeenstemming trachtte te brengen, was van eenen te korten duur, om hierin te kunnen slagen. Het viel zoo wel door de overdrevene eischen der liberale partij als door de geheime tegenwerking der Ultraroyalisten en de kabalen van het Hof. Karel X scheen als door een hem geheel verblindend noodlot naar zijnen ondergang onwederstaanbaar te worden voortgestuwd. De benoeming van het Ministerie polignac moest den tegenstand en de verbittering der publieke opinie ten top doen stijgen; de beruchte Ordonnantiën werden hierdoor uitgelokt, en de verdwaasde Monarch, die door dit middel alles meende te herstellen, verloor daardoor den troon voor zich en zijn geslacht.
De Julij-omwenteling, zijnde het gevolg van eenen strijd van drie dagen, heeft een nieuw staatkundig tijdperk voor de geschiedenis van Europa geopend, dat nog niet gesloten is, en waarvan zich al de vruchten nog niet ontwikkeld hebben; het verdiende dus wel eene in de bijzonderheden gaande voorstelling, zoo als hier voorkomt, die uit de beste en onpartijdigste bronnen schijnt ontleend te zijn, even als de bekleeding van den Hertog van Orleans, louis philippe, met het burgerkoningschap. Europa was op het punt van op nieuw door eenen algemeenen oorlog geteisterd te worden, doch de wijze voorzigtigheid en fijne staatkunde van den Koning der Franschen, en de gematigdheid, misschien ook wel de vrees, der vreemde Mogendheden, hebben dit verhoed. Evenwel is ons werelddeel door deze hoofdgebeurtenis veelzijdig geschokt geworden; de eerste stoot trof het Koningrijk der Nederlanden, en te Brussel had eene September-omwenteling plaats, wier aanleidende oorzaken en wijze van toedragt met eene vrij juiste kennis door eenen Duitscher verhaald worden. Vooral is lezenswaardig het hoofdstuk over de inwendige ontwikkeling van Duitschland vóór, en de revolutionaire bewegingen in hetzelve na de Julij-omwenteling; terwijl de voorstelling van den Poolschen vrijheidsstrijd, het zesde boek, dit Deel en het werk besluit; hetwelk wij wenschen, dat de Schrijver tot op onze dagen mogt vervolgen. De overtuiging, die wij sedert lang koesterden, dat alle omwentelingen het meest door de mis-