nen, zoo zij inderdaad die betrekkingen en hoedanigheden bezitten, tot het toestemmen in de doorhaling bevoegd maken, dan behoort ook de doorhaling te geschieden. Maar wijst hij in zijne acte, wanneer niet hij, die het hypotheek heeft bedongen, maar eenig opvolger in diens regten de toestemming verleent, geenszins aan, hoe deze geregtigd is geworden; geeft hij voor die opvolging in de regten des oorspronkelijken schuldeischers geene genoegzame reden; of verklaart hij alleenlijk, dat de voor hem verschenen personen het alzoo opgeven: alsdan moet, naar ons inzien, de hypotheekbewaarder de doorhaling of volstrekt weigeren, of weigeren tot er blijkt van de geregtigdheid dergenen, die hem verklaren te magtigen.
Wij zouden dus den hypotheekbewaarder altijd opleggen een formeel en een materiëel onderzoek, ingeval het laatste, wegens den inhoud der acte, daartoe noodzaakte, met een essentiëel onderzoek vermeerderd.
Formeel onderzoek is dat naar het karakter der acte: Is zij in onderhandschen of in notariélen vorm?
Materiëel noemen wij het onderzoek naar de stoffe, die er in verhandeld wordt, en dus naar den inhoud. Wordt er magtiging verleend door personen, die volgens hetgeen den Notaris gebleken is en door hem is geconstateerd, tot zulk eene magtiging bevoegd zijn? Of heeft de Notaris alleen zijn ministerie niet mogen weigeren, en verklaart hij slechts dat voor hem is verschenen A, die verzekerde b.v. te zijn de éénige nagelaten zoon en erfgenaam bij versterf van B, en dien ten gevolge te magtigen tot doorhaling der inschrijving laste C? Of eindelijk, verklaart de Notaris wel nopens zijne eigene bevinding, maar is de betrekking, welke hij den comparant toeschrijft, buiten staat om dezen de bevoegdheid te geven? B.v. Als hij zegt, dat A, als weduwe en boedelhoudster van B, of wel als uitvoerster zijner uiterste wilsbeschikking, toestemt in de radiatie.
Als, blijkens de Notariéle acte zelve, degeen, die de toestemming geeft, onbevoegd is, moet de doorhaling worden geweigerd. Is hij daarentegen, volgens hetgeen de Notaris opgeeft hemzelven gebleken te zijn, allezins bevoegd (gelijk bij de in questie geweest zijnde zaak), dan moet de doorhaling geschieden. Zou de toestemmer wel bevoegd zijn, indien zijne voorgevens waarheid waren, maar heeft de Notaris dezelve niet geconstateerd, en alleen vermeld, als het-