den, zal men genoodzaakt zijn, zijn werk over mikroskopische ontleedkunde allereerst in de Fransche taal te bestuderen. Dit is wel de hoofdreden, waarom Ref. het betreurt, dat door den Vertaler niet meer op de behoefte en vereischte eener vertaling gelet is; daardoor heeft hij eenen nutteloozen arbeid verrigt, want de toekomstige geneeskundige, voor wien dit werk voornamelijk geschreven is, heeft aan dit werk als volledige handleiding niet
genoeg.
Overigens is de Vertaler zeer goed voor dezen arbeid berekend, want waarlijk het is geene gemakkelijke taak, de gedachten van den oorspronkelijken Schrijver over dusdanig onderwerp zuiver mede te deelen.
Het geheele werk bestaat uit twee Deelen en is in twee hoofdafdeelingen verdeeld; in de eene worden de algemeene eigenschappen van de bewerktuigde stelsels medegedeeld, terwijl in de andere de beschrijving volgt van de bewerktuigde stelsels. Achter aan het werk vindt men verschillende bijgevoegde noten, welke betrekking hebben op latere onderzoekingen en tot aanvulling van het vroegere dienen, in zooverre deze onderzoekingen nog niet bekend waren, tijdens het eerste gedeelte geschreven werd. Overigens is het werk geheel in toepassing gebragt met de natuur- en ziektekunde van den mensch. Vijf goed uitgevoerde platen zijn achter het werk tot opheldering gevoegd. Kwamen er niet zoo vele zinstorende drukfeilen in het werk voor, dat wel eenigzins door eene aan het einde bijgevoegde lijst van errata verholpen is, Ref. zoude niet aarzelen de uitvoering goed te noemen.
Niettegenstaande al deze gemaakte aanmerkingen hoopt Ref., dat de studerende jeugd dit werk tot handleiding zal gebruiken; vooral indien de Vertaler er toe mogt besluiten, om ook mandl's mikroskopische ontleedkunde in onze taal over te brengen; dan zal men tot begin eene zeer goede leiddraad hebben. Ref. hoopt dan ook, dat het doel van den Vertaler bereikt worde, om daardoor namelijk mede te werken, dat de algemeene ontleedkunde