XVIde eeuw, om wat goeds te beloven, omdat de Allerhoogste gewoon is, in verschillende eeuwen ook verschillende wegen in te slaan en te bewandelen tot bereiking zijner verhevene oogmerken; eindelijk, omdat het meer dan waarschijnlijk is, dat iedere eeuw op de verschijnselen des tijds haar eigenaardig kenmerk drukken zal.
Deze gedachten rezen in ons op, onder en na de lezing van dit geschrift, dat wij overigens met genoegen gelezen hebben. De met lof bekende Schrijver, C.A., te P., plaatst daarin de kerkhervorming der XVIde en XIXde eeuw naast elkander, en wijst de overeenkomst aan, die tusschen beide is op te merken. Na eene korte inleiding spreekt hij achtereenvolgens over verbastering en herstel, actie en reactie, voorbereiding en daarstelling, gevolgen en verwachting voor de toekomst. Deze zijn de opschriften der hoofdstukken, en daaruit laat zich derzelver inhoud genoegzaam opmaken. De vroegere kerkhervorming wordt in de jongste gebeurtenissen, zoo veel mogelijk, teruggezocht. Zelfs Laurahütte zal voor ronge zijn geweest, wat de Wartburg voor luther was. En op grond daarvan zijn dan ook de verwachtingen voor de toekomst vrij hoog gestemd. De tijd zal leeren, of die verwachtingen worden verwezentlijkt. Wij wenschen en bidden het, maar wagen het niet, om ze nu reeds te koesteren. Even weinig durven wij onze toestemming geven aan al de geschiedkundige bijzonderheden, die wij hier vermeld of aangestipt vinden. Het schijnt ons toe, dat daarin menige onnaauwkeurigheid is ingeslopen, en dat de voorstelling van den zamenhang der gebeurtenissen soms tamelijk oppervlakkig is. Ook zijn de eigennamen, zoo als zij hier voorkomen, doorgaans onjuist gespeld, en is de stijl niet altijd even correct. Maar wij onthouden ons van deze en meer dergelijke aanmerkingen, om den schijn van vitzucht te ontgaan, en schorten over hetgeen er in Duitschland gebeurt, liefst ons oordeel nog op.