Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1841(1841)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Feestdronk aan Neêrlands koning en koningin. (Groningen, den 27 Julij 1841.) Als 't welkom, Koning, in dit oord! Weêrgalmt aan Aa en Hunze's boord, En rolt, van dorp tot dorp, naar Eems en Fievel voort; Als Gruno's Stedemaagd, in feestgewaad zich tooijend, En van de poort der eer de Oranjevaan ontplooijend, Met frissche loov'ren heeft versierd paleis en huis; Als tusschen 't lagchend groen de driekleurvlaggen prijken, Zich zacht bewegende op het fluist'rend windgesuis; Als heel dees grijze vest de aloude trouw doet blijken, En 's Konings inkomst een' triomftogt mogt gelijken; [pagina 565] [p. 565] Als 't welkom, Koningin! zich mengt in 't feestgedruisch, En duizenden, om strijd, U, vorstlijk Paar! begroeten, Gedoog dan, dat de Poëzij Zich zedig scharende in der feestgenooten rij, De tolk van zachter vreugde zij, En, bloemen strooijend voor uw voeten, Een' stillen zucht van 't hart U wij'! Die zucht is liefde, van oneindig hoog're waarde, Dan al de pracht, en praal, en grootheid van deze aarde: Ja, liefde is 't heilig snoer, dat Neêrland aan U boeit. Hoe ook de diadeem verblindend moge stralen, Gij weet het, Koning! niets kan bij de liefde halen, Die voor U in de borst van vrije burgers gloeit. Die zucht der liefde stijgt voor U tot d' Albehoeder Op vleug'len des gebeds; voor U ook, Neêrlands Moeder, Die edel zijt en vroom. Verlicht, ô God! bestraal Den Koning door Uw' geest! Dat de allerrijkste zegen, Als in een' milden bloemenregen, Op Hem, op zijn Geslacht, op Neêrland nederdaal'! spandaw. Vorige Volgende