De duiker Scott.
Op onderscheidene tijden hebben stoute duikers het schouwspel geleverd, dat zij zich van ontzettende hoogten in het water wierpen, zonder zich daarbij innerlijk of uiterlijk te bezeeren. Thans geeft weder een Amerikaan zoodanige vertooningen in Engeland. Het Londensche blad the Globe behelsde daaromtrent onlangs het volgende: ‘Een ontzettende toevloed van menschen drong zich heden aan de oevers van den Theems te zaam, om getuigen te zijn van het naar beneden springen, of liever duiken, hetwelk sam scott, de Amerikaansche duiker, boven van den mast der tegenover Rotherhithe voor anker liggende brik Wakefield, ondernemen zou. Niettegenstaande den hevigen wind, heeft deze inderdaad buitengewone man het publiek een uur lang met kunststukken van bijzondere behendigheid bezig gehouden. Langen tijd bleef hij in omgekeerden stand, met het hoofd op den top van den mast en de voeten naar de lucht gekeerd, overeind staan. Vervolgens zich daarbij een' doek om den hals windende, riep hij, dat, zoo het geëerde publiek den volgenden dag wederkomen wilde, het zien zou, hoe hij zich verhing. - Sam scott beweert, zich in den waterval van Niagara van 597 voet hoogte naar beneden geworpen te hebben. Een andermaal liet hij zich van eene rots der haven Isacces, in de provincie Cornwallis, 347 voeten hoog, in zee glijden. ‘Mijn kop,’ riep hij het volk toe, ‘is zoo hard als ijzer;’ en, om dit te bewijzen, sloeg hij zich het hoofd met zoo veel geweld tegen den mast, dat deze er van trilde. ‘Men gelooft,’ zeide hij, ‘dat iemand, die zich van eene groote hoogte neêrwerpt, den adem verliest. Ik zal u het tegendeel bewijzen, door u, onder mijn vallen, eenige woorden toe te roepen, welke ik
u verzoek vooral niet te willen vergeten.’ - Daarna trok hij zijne schoenen uit, hief dezelve boven zijn hoofd, nam een' krachtigen afsprong, en riep luidkeels: ‘Daar gaat hij; goeden dag! Vergeet den duiker niet, wanneer hij wederkomt.’ Hiermede verdween hij onder de golven, terwijl het water 12 à 14 voet hoog rondom hem opspatte.
De ongelukkige man is sedert op eene zeer tragische wijs om het leven gekomen. Den 11 Januarij l.l., des namiddags, wilde hij van een op de Waterloo-brug te Londen opgerigt getimmerte in het water springen. Als een voorloopig kunststuk hing hij zichzelven een tijdlang aan eene koord op, van hetwelk hij den strop onder zijne kin wist vast te hechten. Ditmaal echter ontslipte hem de strik, belette hem om hulp te roepen, en verwurgde hem. Eene wijl slingerde hij heen en weder; eindelijk werden de toekijkers, die eerst,