Huishouding zonder uitgaaf en toch te duur.
‘Manlief, wat wilt gij heden middag eten?’ vroeg een jeugdig vrouwtje. ‘Een lachje van u, mijne waarde!’ was het antwoord van den vrij karigen, maar zeer galanten echtgenoot; ‘daarvan kan ik wel een' dag leven.’ - ‘Ja, maar ik niet,’ hernam zij. - ‘Nu, neem dan dat,’ zeide de man, gaf haar een' kus, en ging naar zijn kantoor. Hij kwam tot het middagmaal naar huis, deed, ondanks zijne galante ligtverzadigdheid, ruime eer aan het diner, en zeide, terwijl hij een heerlijk stuk gebraden vleesch opsneed: ‘Ziedaar een uitmuntend gebraad; wat hebt gij daarvoor toch wel betaald?’ - ‘Hetzelfde, wat gij mij heden morgen gegeven hebt, liefste!’ - ‘Zoo!’ hernam de man met een bedenkelijk gezigt, ‘dan wil ik u toch in 't vervolg liever huishoudgeld geven.’