Nieuwe Versjes voor Kinderen, door L. Schipper. Te Haarlem, bij de Erven F. Bohn. In kl. 8vo. 68 bl. f 1-20.
Deze nieuwe versjes voor kinderen van den Heer schipper beslaan eene niet onwaardige plaats in de rij der goede kinderboekjes, en zijn niet minder doeltreffend dan zijne Gedichtjes voor Kinderen, in 1838 uitgegeven. De toon der meesten is regt kinderlijk, en de moraal rigt het hart op vele beminnelijke deugden. Hier en daar troffen wij wel eens eene minder gelukkige uitdrukking aan:
Moeder is weer heel genezen
bevalt ons niet.
Het Knaapje en de Pomp een gelukkig versje. Bartjes herinnering aan zijn' vader roerend. De Doodsklok regt in den goeden toon. Ter proeve:
Noem dat plegtig klokkenbommen,
Kindjelief! geen aaklig brommen;
't Is een teeken, dat ons meldt:
‘Weer verliet een mensch deze aarde;
't Sterven wordt ook eens uw lot;
Streef naar deugd, want deugd houdt waarde;
Al uw goedren laat ge op aarde,
Maar uw deugd vaart meê tot God!’
Wil dan nooit, neen nooit meer beven
Voor de doodklok, lieve meid!
't Is een roepstem in dit leven,
Die ons naar den weg leert streven,
Waarvan 't doel ten hemel leidt.
Hoewel minder gebruik van verkleinwoordjes, dan in het vorige bundeltje, hier aantreffende, schijnt de Heer schipper hiervoor toch een' bijzonderen smaak te behouden: slapensuurtjes, lieven Heertje, kwartiertjes e.d. komen ons ongepast voor. Ter snede gebruikt, vervalt het zoetsappige. Wel wat zwarte, maar anders, buiten het vignet, redelijk goede plaatjes versieren het boekje.