toond, dat de laatste verordeningen, op dat punt in ons land gemaakt, eene miskenning van de waardigheid der Orde in zich sluiten, zoodat zelfs de Fransche wetgeving, op dit onderwerp door napoleon ingevoerd, nog te verkiezen was boven hetgeen tegenwoordig in ons Rijk ten regel strekt. De middelen, tot herstel van den luister der Orde voorgedragen, zijn meerendeels doelmatig; maar gaarne hadden wij aan het slot (bl. 94 en 95) de aanhaling uit perachon gemist: de daarop volgende uit d'aguesseau had het waarlijk wel kunnen afdoen. Ook de lofrede op den invloed der quarré-pruiken (bl. 14) kan ons geenszins behagen. Bij den meer kinderlijk gestemden geest van ons voorgeslacht maakten alle uiterlijke teekenen van rang eenen dieperen indruk; maar, welke kostumen deze en gene tegenwoordig dragen mogen, het doet geene uitwerking meer. Men let niet meer op tabbaard of hoofdtooisel, maar beoordeelt den persoon naar zijne woorden en daden.
Althans niet mindere letterkennis, dan in het opstel over de Advocaten, blinkt er uit in des Schrijvers ander opstel: de invloed van het Christendom op het Regt. Maar het spijt ons te moeten verklaren, dat de Auteur vooreerst regts- en zedepligten niet behoorlijk onderscheiden heeft, en ten tweede, dat hij geheel in de lucht heeft geschermd, en, het eigenlijke punt van verschil voorbijziende, niets heeft bewezen van hetgeen door hem te bewijzen was.
Hij verwart vooreerst regts- en zedepligten. Geheel de wetgeving van het Christendom is zulks alleen in een' zedelijken zin, en van gemoedelijk verbindende kracht voor de belijders. Dat dit b.v. waar is betrekkelijk de geboden tot viering van het nachtmaal en tot het bedienen van den doop, lijdt wel geenen twijfel. Maar zelfs de geboden, om God lief te hebben boven alles en de naasten als zichzelven; om ook vijanden wèl te doen; geenen scheidbrief aan zijne huisvrouw te zenden, dan ter zake van overspel; slaven menschlievend te behandelen, enz. kunnen nooit anders dan als zedelijke voorschriften worden beschouwd. Mozes was ook burgerlijk wetgever, omdat hij, den Israëlitischen Staat inrigtende, burgerlijke straffen en schadevergoedingen verordende; maar jezus en zijne Apostelen kenden geene andere straffen en belooningen aan de veronachtzaming of de opvolging hunner algemeene bevelen toe, dan die óf in dit leven uit den aard der zaak voortvloeiden, óf die in een vol-