Rec. zich? Hij gelooft het niet. En waarom het boek niet aan deszelfs maker toegekend? Ieder heeft zijne eigene verdienste, en de verdiensten van dezen roman zijn niet die van marryat's werken. 't Is onbegrijpelijk, hoe men daaraan twijfelen kan. Overigens heeft het boek zijne goede zijden; het boezemt wel belangstelling in; verschillende situatiën zijn krachtig beschreven. Maar het heeft, even als de Rattlin, eene zwaarmoedigheid in toon en stijl, die Rec. minder behaagt; en het komt hem voor, dat het volstrekt niet op ééne lijn kan geplaatst worden met de goede romans van marryat. Pieter Simpel, Jacob Eerlijk, Newton Forster, Easy leveren oneindig aangenamer lectuur op, dan de romans van howard, die de losheid en gemakkelijkheid mist, welke marryat zoo zeer kenmerkt. Daardoor zal ook de Schipbreuk niet dien opgang maken, welke aan de zoo even genoemde boeken is te beurt gevallen.
De vertaling komt Rec. goed voor; schoon hij het niet waagt, om over de scheepstermen stellig te oordeelen.