W. Mebius, Predikant in de Hervormde Gemeente te St. Jacobi-Parochie. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1840. In gr. 8vo. 32 bl. f : - 30.
De Eerw. mebius sprak deze Leerrede uit, en gaf haar vervolgens in het licht, om den verkeerden indruk tegen te gaan, die hij vreesde, dat op zijne gemeente gemaakt zou worden door een onlangs te St. Anna-Parochie uitgegeven, zonder naam van schrijver of drukker, in de Friesche landtaal geschreven boekje, waarin de kennelijke strekking moet doorstralen, om aan de Hervormde Predikanten van ons vaderland achting en vertrouwen bij hunne gemeenten te ontnemen. Met ernst prees de Eerw. Schrijver zijner gemeente de wijsheid aan, die van boven is, van welke jacobus in den gekozen tekst een zoo bekoorlijk tafereel ophangt, en hij deed het met die wijsheid, zich bepalende tot het algemeene, en zonder in zijne Leerrede melding te maken van hetgeen er aanleiding toe gegeven had. Voordeelig doet hij zich kennen, zoowel van de zijde zijns verstands, als van die zijns harten. En wij, schoon in het algemeen van oordeel, dat men geene en geenerlei zotten naar hunne dwaasheid moet antwoorden, kunnen het niet anders dan toejuichen, wanneer men eene enkele maal, bij voegzame gelegenheid, de welgezinden wapent tegen de listen dergenen, die slim genoeg zijn, om te begrijpen, dat zij moeten beginnen met den zwakken het vertrouwen op zijne Leeraren te benemen, zal hij van lieverlede zich aan de partij aansluiten, wier wijsheid niet van boven is, en boosaardig genoeg, om, als echte Jezuiten, daartoe geen middel te snood of te schandelijk te rekenen.