De Courier van Simbirsk. Een Verhaal van G. von Heeringen. Uit het Hoogduitsch. Te Amsterdam, bij J.M.E. Meijer. In gr. 8vo. 330 bl. f 3 - :
Het is reeds in het vaderland van den Schrijver, door eenen bevoegden regter, hem als eene belagchelijke zwakheid aangerekend, dat hij zijne tooneelen grootendeels in Rusland plaatst, hetwelk hij nooit gezien heeft, en deszelfs zeden en gewoonten zóó voorstelt, als een blinde over de kleuren zou oordeelen. In hoe ver van de zijde der zedelijkheid deze roman aanbeveling verdient, blijkt genoegzaam, wanneer men weet, dat de held des verhaals zijn geluk maakt, door zich te laten misbruiken tot voldoening aan de wellustige dartelheid, die men gewoon is, Ruslands, ook in andere opzigten te regt beruchte, Keizerin katharina de II aan te tijgen; terwijl wij, als een staaltje tot beoordeeling der waarschijnlijkheid van het verhaal, alleen willen aanvoeren het hier beweerde, dat, bij de teregtstelling van den oproerling pugatschew, zijn boezemvriend,