en flaauw van beteekenis, voor de wetenschappelijke en ernstige behandeling van zaken een charade of kinderspel in de plaats stellen. Niet dat hij geheugenwerk klein zou achten; men herhaalt het helaas! dikwerf nog, hoezeer het onzin is, dat goed geheugen in eene omgekeerde rede staat tot vernuft en oordeel. Neen, men noeme ons den waarlijk grooten man, in welk vak van menschelijke kennis ook, die een onvast en ontrouw geheugen bezat! Maar er is eene mnemotechnie, die uit den aard der zaken zelve is afgeleid, die op het verband der begrippen berust, en die elk zichzelve eigen kan maken, al kan hij dezelve ook niet aan anderen mededeelen; zij is toch ook alleen voor eigen gebruik, een waar levensgeheim, dat met alle onze individuéle begrippen, gevoelens en kundigheden ineengevlochten is, en door den bezitter zelve nog meer gebruikt dan wel begrepen wordt. Wil men echter hetgeen men in boeken na kan slaan, waartoe jaargetallen en datums behooren, gelijk sommige getallen in de wiskundige wetenschappen (b.v. het getal π), ook zonder die boeken in zijn hoofd prenten, dan kan men die bijzondere hulpmiddelen bezigen; en wij moeten erkennen, dat de methode van onzen Schrijver ons te dien einde aanbevelenswaardig voorkomt, als in eenvondigheid ver uitmuntende boven die van de montry en aimé paris. Wij gelooven daarom ook, dat er van deze methode eenige partij te trekken is, en bevelen het werkje der overweging van allen aan, die aan deze Mnemotechnie voor hunne studiën behoefte hebben. Voor 't overige moeten wij herhalen, dat deze behoefte beperkt is; dat, hetgeen men zich in duizend gevallen behoort te herinneren, een à peu près is, 't geen men bij grondige studie niet vergeten kan, daar het eene factum het andere helpt, en het verband der geschiedenis b.v.
door grondig kennen van dezelve ons dadelijk contemporaire personen en zaken voor den geest brengt, die ons niet toestaan ons veel te vergissen. Wil men daarentegen hetgeen het natuurlijk geheugen niet vatten kan, hetgeen eigenlijk ook alleen geschikt is om geschreven en gelezen te worden, b.v. de hoeveelheid inwoners van verschillende groote steden, in zijn hoofd prenten; wil men weten, hoeveel kubiekmijlen de massa onzer aarde bedraagt, en dergelijke zaken meer, ik gun elk zijn genoegen, mits hij mij maar niet opdringe, dat deze